Vraag 05 |
||
---|---|---|
Door: Ad Mooldijk
|
Datum:
Zondag
12
mei
2019,
12:23 uur
Noteer hier uw vragen of commentaar bij deze vraag. |
Antwoord: |
||
---|---|---|
Door: de Boer
|
Datum:
Dinsdag
14
mei
2019,
11:28 uur
Wat als de weerstand wordt berekend met P = UxI en U= IxR P = 1 200 000 W en U = 6,6 kV dan is R = 36 Ohm ? Volgens de regel boven opgave 6 blijft P = 1 200 000 W. |
||
Door: van Garderen
|
Datum:
Dinsdag
14
mei
2019,
12:43 uur
Ja maar het vermogen wordt omgezet op het schip en niet in de kabel. Volledig gebrek aan inzicht. Dus deelpunten bekijken |
||
Door: de Boer
|
Datum:
Woensdag
15
mei
2019,
09:04 uur
Ok, mee eens, bedankt |
||
Door: Borgonjen
|
Datum:
Woensdag
15
mei
2019,
09:39 uur
Ik heb ook leerlingen die dit zo gedaan hebben, en kan in het cv geen aanknopingspunten vinden om punten toe te kennen. |
||
Door: vd Berg
|
Datum:
Woensdag
15
mei
2019,
20:52 uur
Een leerling van mij haalt R en ρ door elkaar. Ze schrijft op: R = 17 . 10-9 Ω / m .
Is het correct dat ik alleen 1 punt geef voor gebruik formule? |
||
Door: van Garderen
|
Datum:
Woensdag
15
mei
2019,
22:34 uur
(Bewerkt op: 15-05-2019 22:35)
Ze schrijft ook echt ohm per meter en niet ohm meter? Niet vanwege het omwisselen, maar vanwege de foute eenheid bij het opzoeken zou ik inderdaad max 1 doen. |
||
Door: Erik van Beek
|
Datum:
Donderdag
16
mei
2019,
14:18 uur
Een leerling denkt van mij dat R de straal is en berekent deze netjes en correct via A=π r2. Vervolgens gaat ze de soortelijke weerstand berekenen en zet er netjes Ωm achter. De leerling zou hierdoor natuurlijk het 2e bolletje verliezen, maar maakt ze nog kans op het 3e bolletje? Ik zou zeggen van wel. Het is niet een dusdanige vereenvoudiging zou ik zeggen, ze maakt geen rekenfouten en ze schrijft de juiste eenheid op met een correcte significantie. |
||
Door: Borgonjen
|
Datum:
Donderdag
16
mei
2019,
15:13 uur
Het lijkt mij in dit geval lastig om met formule 1 de weerstand uit te rekenen als de leerling denkt dat dit de straal r is. Ik zou hier het eerste punt toekennen als er verder in de formule iets zinnigs wordt ingevuld. Het 3e punt niet omdat hiervoor antwoordelementen foutief met elkaar gecombineerd zijn (Vakspecifieke regel 2) |
||
Door: Erik van Beek
|
Datum:
Donderdag
16
mei
2019,
15:43 uur
(Bewerkt op: 16-05-2019 15:43)
Dat er antwoordelementen foutief met elkaar gecombineerd zijn snap ik, maar er staat ook dat je maar een keer een fout mag aanrekenen, door de soortelijke weerstand op te lossen ipv R mist ze automatisch al het 2e bolletje en is ze dus al afgestraft. |
||
Door: van Garderen
|
Datum:
Zaterdag
18
mei
2019,
09:44 uur
Maar ik vind dat wel een lastige. Ik merk aan de nieuwe formulering en de discussies dat wij vroeger vonden dat voor het laatste bolletje de goede eenheid moest staan, maar dat het tegenwoordig een kloppende eenheid moet zijn. Dat is dus lastig voor deze leerling, maar ook voor de leerling die bijvoorbeeld de dichtheid opzoekt. De leerling weet welke eenheid er moet staan en zet de goede neer (Ωm voor de sw of Ω) voor de weerstand. Vroeger klopte je dan de getallen van de leerling in en als de berekening klopte, dan was het laatste bolletje binnen. Ik begrijp nu dat dat niet meer de bedoeling is. Waarmee er een soort willekeur ontstaat, is de rekenfout van invloed op de uiteindelijke eenheid, dan verliest de ll wel het laatste bolletje en anders (toevallig) niet. Weinig leerlingen doen onderweg een eenheids controle. |