Vraag 26

Vraag 26

Door: Ad Mooldijk | Datum: Zondag 12 mei 2019, 20:40 uur

Noteer hier uw vragen of commentaar bij deze vraag.

Antwoord:

Door: Koole | Datum: Maandag 13 mei 2019, 22:16 uur (Bewerkt op: 13-05-2019 22:17)

In het correctievoorschrift (CV) wordt voor de straal van de aarde de "gemiddelde" waarde 6,371·106 m gebruikt. Voor een geostationaire baan moet dat mijns inziens de straal bij de evenaar 6,378·106 m zijn (Binas tabel 31, voetnoot 3). Het verschil is onbeduidend ten opzichte van de 36000 km boven het aardoppervlak. En met significantie hoeft bij deze vraag geen rekening te worden gehouden. Maar toch...

Door: Kortstra | Datum: Maandag 13 mei 2019, 22:46 uur

2de punt van de opmerkingen is vind ik wel erg rigoureus, het optellen van 2 getallen lijkt me nu niet iets wat een grote vereenvoudiging oplevert waardoor het completeerpunt weg zou moeten vallen. (maar mocht dit zo blijven, dan wel zo beoordelen natuurlijk). .

Door: Maarten de Beer | Datum: Dinsdag 14 mei 2019, 08:43 uur

Mee eens, zwaar bestraft op leesvaardigheid...

Door: van Garderen | Datum: Dinsdag 14 mei 2019, 09:17 uur

Ik denk dat het argument niet is dat het rekenwerk zwaar vereenvoudigd.

Ik denk dat het verschil tussen natuurkunde (wat is er eigenlijk aan de hand) en rekenen (het invullen van waarden in een formule) hier door de examenmakers extra wordt beoordeeld.

Door: Laagwater | Datum: Woensdag 15 mei 2019, 08:00 uur

Leerlingen rekenen bij mij bij de wet v keppler het linker en rechterlid uit en als daar hetzelfde uit komt dan kloppen de getallen dus. Niet goed volgens de bolletjes, maar ik reken het wel goed ivmjuist inzicht.

Door: Ade Hoekstra | Datum: Woensdag 15 mei 2019, 08:37 uur

laagwater; dit is een correcte methode. Bij mij is er iemand die de massa vd aarde uitrekent en dan goed uit komt en dat vergelijkt. Dat mag natuurlijk ook.

Door: van Garderen | Datum: Woensdag 15 mei 2019, 08:50 uur

In het CV staat een voorbeeld van een antwoord.
Als de leerling een volledig juist antwoord geeft, dan is het niet nodig naar de bolletjes te kijken. Ook als het een ander antwoord is dan het voorbeeld, CV 2.3.3. Als de leerling een alternatief antwoord geeft en daarbij fouten maakt, dan geef je de deelscores "naar analogie". Vaak geeft het landelijk verslag dan houvast (dit jaar niet)

Door: Hutjens | Datum: Woensdag 15 mei 2019, 15:08 uur

A: Er is staat niet bij dat er een conclusie gegeven moet worden. Is het oké als leerlingen alleen aantonen dat de T 1,0 dag is?

B: Een leerling rekent uit: T = 24 h en zegt, de baan is geostationair. Verliest hij door de zwakke argumentatie bol 3/4?

C: Een leerling vult de formule pas in na het omschrijven, maar maakt een fout bij omschrijven. Verdient hij het eerste punt?

Door: Kortstra | Datum: Donderdag 16 mei 2019, 19:42 uur

A: Er is staat niet bij dat er een conclusie gegeven moet worden. Is het oké als leerlingen alleen aantonen dat de T 1,0 dag is?
Ik zou het wel goed keuren

B: Een leerling rekent uit: T = 24 h en zegt, de baan is geostationair. Verliest hij door de zwakke argumentatie bol 3/4?
Als hij uitrekent T=24 h dan lijkt me dat goed

C: Een leerling vult de formule pas in na het omschrijven, maar maakt een fout bij omschrijven. Verdient hij het eerste punt?
Completeerpunt vervalt dan, 1ste deelscore blijft staan.

Door: van Garderen | Datum: Donderdag 16 mei 2019, 19:55 uur

Het is geen toon aan of vraag, maar een toon aan dat vraag. De conclusie is dan al gegeven in de stam en een coclusie is niet per se nodig als het aantonen gebeurd is.

Je ziet dat het antwoordmodel niet doorrekent naar 24 uur en dat dat stuk van de conclusie tussen haakjes (dus niet noodzakelijk) staat

Dat betekent dus dat de leerling die stopt bij T=8,7 e 4 s, ook gewoon klaar is. Nergens in het voorbeeldantwoord wordt het vergeleken met 24 uur.

De deelnemers van onze kringvergadering waren het erover eens dat als de leerling niet iets fout zegt (bijvoorbeeld vergelijkt met 365) dagen dat alle bolletjes kunnen worden toegekend in dat geval.