Vraag 10

Vraag 10

Door: Ad Mooldijk | Datum: Zaterdag 14 maart 2020, 21:34 uur

Plaats hier uw vraag of reactie of mening.

Antwoord:

Door: Maaike de Nijs | Datum: Zaterdag 22 mei 2021, 13:45 uur

Ik heb een beetje moeite met de matige uitleg bij de juiste conclusie: 

II, Jupiter trekt Eruopa bij unt A meer aan dan bij punt B, waardoor punt A naar Jupiter gaat erwijl B minder darheen getrokken wordt. Dus II zou de situatie het beste weergeven. 

>> door het niet benoemen van verband met r 1 punt?

Figuur 2 geeft dit het beste weer, omdat in punt A minder Fg wordt uitgeoefend dan punt B. Dus wordt de straal groter en de totale uitgeoefende gravitatiekracht gaat dan omlaag waardoor Europa meer uitrekt. 

>> mag ik hier nog 1 pt toekennen?

Figuur 2 geeft de vervorming van Europa het best weer. Dit komt omdat beide punten naar Jupiter worden gegrokken. Deze kracht is op beide punten misschien niet even groot, maar beide punten worden richting jupiter getrokken. Dit zie je in figuur II. 

>> ik heb hier 0 pt. 

Figuur 2, omdat als de gravitatiekracht verwchilt zal de straal ook verschillen dus zal de vervorming zo plaats vinden aangeziende uitrket loodrecht op Jupiter. 

>> mag ik hier nog 1 pt toekennen?

(ik heb helaas nog wel een aantal voorbeelden, maar denk dat ik me daar wel mee red verder...)

Door: Huub Franzel | Datum: Zaterdag 22 mei 2021, 13:54 uur

In de opdracht staat dat ze moeten beredeneren met behulp van de formule. Maar voor bovenstaande antwoorden zou ik wel 1 punt geven want ik zie er geen tegenstrijdigheid in hun conclusie (die klopt: figuur II).

Door: Monsees | Datum: Zaterdag 22 mei 2021, 14:03 uur

Er staat bij het eerste bolletje "inzicht dat", niet "gebruik formule". Ik zou het volledig goed rekenen als de leerling de opmerking maakt dat het verste punt de minste aantrekkningskracht kent en op grond daarvan de juiste conclusie trekt. Dan hebben ze namelijk impliciet gebruik gemaakt van de formule (want dat is de enige manier waarop ze kunnen weten dat Fg kleiner is als r groter is).

Door: Lenders | Datum: Zondag 23 mei 2021, 11:25 uur

Ik vind eigenlijk de verklaring van het c.v. bij het tweede bolletje niet erg verhelderend.

Zoals ik het zie zorgt de Fg zorgt niet voor de vervorming van de planeet, maar eigenlijk de traagheid van de massa.
Het is niet zo dat je ahw aan een stilstaande ballon zit te trekken op punt a en b, maar de ballon beweegt in een cirkelbaan

Een goede uitleg zou m.i. dus Fmpz moeten meenemen. De Fmpz op punt b is groter(! dat volgt uit Fmpz = m 4pi^2r^2/T^2 en T is gelijk voor a en b) maar de Fg juist kleiner.

Daardoor kan punt b niet in de cirkelbaan blijven (Fg is te klein om Fmpz te leveren) en "vliegt punt b ahw een beetje uit de bocht"

Ik vind de opgave voor HAVO dan ook niet zo makkelijk als-ie op het eerste gezicht lijkt (of eigenlijk erg/te moeilijk).

 

 

Door: van Garderen | Datum: Zondag 23 mei 2021, 11:25 uur

Antwoordmodel lijkt die ruimte te laten. Maar de opgave zegt toch echt dat gebruik moet worden gemaakt van de formule. Dus omgekeerd evenredig (met het kwadraat) is wat ik minstensens in de formulering verwacht als ze niet de formule opschrijven. Anders toch niet het eerste bollejte (wel het tweede natuurlijk)

 

Door: van Garderen | Datum: Zondag 23 mei 2021, 11:27 uur

@ maaike

Ik zou dat ook zo dien. Maar bij je laatste vraag zie ik geen keuze voor een figuur en vind ik het antwoord vaag.

Door: Maaike de Nijs | Datum: Zondag 23 mei 2021, 14:27 uur

Bedankt voor jullie reacties. Op de examenbespreking ook geen duidelijke consensus. Voor 1e bol wel duidelijk de formule gebruiken of in ieder geval benoemen dat Fg en r met elkaar samenhangen. Bol 2 toekennen als het juiste figuur is gekozen met enigzins een verklaring (al dan zonder het gebruik van formule). 

Door: Borgonjen | Datum: Maandag 24 mei 2021, 15:29 uur

@Maaike:

Ik ben het eens met Monsees.
Ik zou voor het eerste voorbeeld 2 punten geven, voor de overigen niets omdat de conclusies niet stroken met de foutieve uitgangspunten.