Fase Li en Re bovenin is hetzelfde dus versterking dus buik. (1e en 2e bolletje) 

in deze situatie komen er steeds 2 nieuwe buiken bij, dus altijd een oneven aantal buiken (er imlpiciet vanuit gaand dat er nu 5 zijn zoals in vraag 9 genoemd is) 3e bolletje?

Ik ben geneigd 3 pt te geven of is het allemaal te ompliciet>

Een uitleg met als strekking "Links en rechts evenveel buiken + 1 buik bovenin levert een oneven aantal buiken" laat in mijn ogen duidelijk genoeg zien dat de leerling een knoop onderin beschouwt. Goed voor derde bolletje vind ik. 

Weer genoeg reden tot discussie...

In mijn ogen zijn de uitleg bij het eerste en tweede bolletje een beetje dezelfde. Geen van mijn leerlingen noemt het faseverschil, maar wel dat ze tegelijk aankomen. Is daar al iemand tegenaan gelopen? Hoe beoordeel je dat? 

Een antwoord van een leerling: de ring is te beschouwen als een touw met vaste uiteinden, waarin een staande golf ontstaat. In het midden van het 'touw' ontstaat bij oneven aantal (toevoeging n.a.v. de opmerking van de persoon hieronder) altijd een buik. 

Geen speld tussen te krijgen... 3 punten waard?

toevoeging: bij nader inzicht toch niet volledig genoeg. 

In het midden van een gspannen snaar kan prima een knoop ontstaan, denk aan de eerste boventoon. Lijkt me geen punten op te leveren