Vraag 20

Vraag 20

Door: Ad Mooldijk | Datum: Zaterdag 14 maart 2020, 21:28 uur

Plaats hier uw vraag of reactie of mening.

Antwoord:

Door: Linnenbank | Datum: Vrijdag 28 mei 2021, 23:56 uur

Er wordt in het tweede streepje gevraagd naar de verhouding van de totale energie in de alfadeeltjes tegen die van alleen de eerste. De impliciete aanname is dat zonder polymeersoom het Actinium-225 altijd loslaat. Op pag 12 4e regel staat echter "Door deze terugslag kan de dochtercel zich losrukken van de dragerstof". Ik verwacht geen problemen bij de beantwoording, maar de vraag lijkt me niet goed gesteld.

Door: van Helden | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 00:01 uur

Mee eens, de terugslag hoeft daarbij ook niet per se tegengesteld te zijn aan de richting van de tumor. Deze kan ook in de richting van de tumor plaatsvinden indien het eerste alfa deeltje weg van de tumor beweegt. Ook is het de vraag of de vervalproducten geen terugslag hebben richting de tumor en daar weer verder gaan stralen. De aanname dat alleen de eerste gezien kan worden als effectief voor de tumor lijkt me dus kort door de bocht. Lastige vraag voor leerlingen die verder denken dan het meest basale antwoord.    

Door: Jeroen Grijsen | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 11:36 uur (Bewerkt op: 29-05-2021 11:55)

A. Er zijn leerlingen die het aantal alfa-deeltjes vergelijken met het aantal beta-deeltjes dat er per reeks vrij komt. Verhouding is 4:2.... Is dat onvoldoende reden om het niet mee te nemen?

B. 1e bolletje: Benoemen van 'weegfactor' of 'doordringend vermogen', is dat iets anders dan 'inzicht in'?
Ik kom tegen: 'beta is minder schadelijk'. Er is dan inzicht in het 1e bolletje, maar het is niet benoemd...

C. Er hoeft geen rekening te worden gehouden met beta-verval. Maar wat je dat toch doet bij het tweede streepje? Dus E_tot = 5,8 + 6,3 + 7,1 + 0,5 + 8,4 + 0,2 = 28,3 eV

Door: Linnenbank | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 12:17 uur (Bewerkt op: 29-05-2021 12:45)

Over Jeroen Grijsen C: het wel meenemen van het betaverval. Eens, in het eerste deel staat 'hoeft' en de betastraling is van de dochterkernen. Zeker als de leerling de weegfactor niet noemt in het 1e deel van de vraag is het zelfs correter om beta straling wel mee te nemen.

Door: Linnenbank | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 12:45 uur (Bewerkt op: 29-05-2021 16:41)

Over Jeroen Grijsen A; Ook daar ben ik het eens. Tenzij je in ogenschouw neemt dat 2 niet te verwaarlozen is tov 4. Al kan de leerling ook nog denken, 'ja het is al minder per stuk en dan zijn het ook nog maar de helft'. Dan is het zeker een valide argument. Kortom waar de dicussie over moet gaan is taal. Betekent 'Geef twee redenen waarom' dat ieder van die twee redenen voldoende moet zijn, of is het ook afdoende als de combinatie van beide redenen voldoet? Ik ben voor de tweede interpretatie. Vermoedelijk bedoelde de maker van het examen het eerste, maar voor een natuurkunde examen waar 75% van de vragen niet numeriek is en dus open voor discussie, mag je van de examenmakers eisen dat zij ook nauwkeurig en eenduidig formuleren. Ik zou willen beoordelen met dat er minimaal 3 argumenten zijn n.l. weegfactor, energie en aantal, dus 2 van de 3 is 2 bolletjes. Zo nodig met beroep op algemene regel 3.3

Door: Martijn van Aken | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 12:47 uur (Bewerkt op: 29-05-2021 12:51)

A: Ja onvoldoende reden, een factor 2 is niet verwaarloosbaar
B: Tja... dat is een lastige. De leerling kan natuurlijk ter plekke beredeneerd hebben dat bètastraling minder schadelijk is. Maar omdat het een natuurkunde-examen is moet je dan dus wel uitleggen waarom  en/of de juiste terminogie gebruiken. Als de leerling uitlegt dat een elektron door de kleinere lading en massa (per energie) minders schade aanricht (oftewel, de weegfactor uitlegt) zou ik het zeker goedrekenen. Evenzo als uitgelegd wordt dat een elektron minder 'botst' / makkelijker overal langsglipt (zonder doordringend vermogen te noemen).

Als een leerling antwoord: minder schadelijk, geeft dat alleen expliciet inzicht dat gesnapt wordt dat de dosisequivalent iets aangeeft van hoeveel 'schade' (hier is het eigenlijk iets positiefs) wordt aangebracht. 

Hangt dus weer erg af van wat de leerling precies in welke context zegt.
Beta is verwaarloosbaar? Beta heeft weinig invloed? Beta doet niet zo veel?

C: Dit hangt inderdaad af van of de punt voor niet meerekenen van beta is toegekend. Als dat goed is gegaan, is het WEL meerekenen van beta een complementeerfout. Als het wordt meegerekend met factor (dus 20x a en 1x b natuurlijk wel goed, maar ik denk niet dat een leerling dat gedaan heeft).
Het HOEFT niet, dus het MAG wel, maar dan wel goed (met factor 20 en 1)

 

Door: Borgonjen | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 18:59 uur

Ik zie wel dat leerlingen lang niet altijd weten waarmee ze moeten vergelijken. Dat is in de vraagstelling niet altijd duidelijk. Ze berekenen het dosisequivalent van de opeenvolgened alfa's en daarna een groot vraagteken. Op grond van het cv levert dit het 3e en 4e bolletje niet op.

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 22:20 uur

"Bètadeeltjes hebben een grotere dracht, dus die kunnen overal heen, terwijl alfadeeltjes op 1 plek blijven."

Vind ik een goed alternatief antwoord, in elk geval goed genoeg voor een punt.

Door: van der Meer | Datum: Zondag 30 mei 2021, 08:02 uur

Ik heb twee leerlingen die zeggen dat alfa een groter ioniserend vermogen hebben.

Ik ben geneigd bolletje 1 toe te kennen. Want een groter ioniserend vermogen komt tot uitdrukking in een grotere weegfactor.

(ik vind persoonlijk dat dit zelfs correcter is, aangezien ioniserend vermogen de eigenschap is. weegfactor is maar een arbitrair toegekend getal. vor alfa had het net zo goed 19 kunnen zijn geweest).

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zondag 30 mei 2021, 08:14 uur

"groter doordringend vermogen van de bètadeeltjes" wordt ook goedgekeurd, dus waarom "groter ioniserend vermogen van de alfadeeltjes" niet? Ik zou dat punt wel geven.