Vraag 17 |
||
---|---|---|
Door: Ad Mooldijk
|
Datum:
Zaterdag
23
april
2022,
22:30 uur
Plaats hier uw vragen, opmerkingen en overdenkingen. |
Antwoord: |
||
---|---|---|
Door: Herma Apperloo-Renkema
|
Datum:
Zondag
15
mei
2022,
08:46 uur
Beste mevr. , Ik heb een opmerking over vraag 17 en dan met name over bewering 3. Voor deze vraag was aardrijkskunde kennis vereist, maar als je die aardrijkskunde kennis heb dan is de kans groot dat je die vraag verkeerd beantwoord. Bewering 3 luidt als volgt: De Noord-Amerikaanse tijgermuggen zijn afstammelingen van een Daarom maar in het forum ingebracht: heeft mijn leerling gelijk? En wat zijn de consequenties? |
||
Door: Menno Bouwman
|
Datum:
Zondag
15
mei
2022,
16:02 uur
Lijkt mij niet dat de leerlingen een punt heeft, je hebt alleen de gegevens uit de grafiek nodig, of het gematigder wordt naarmate je noordelijker komt (voor zover dat al klopt, als je noordelijk genoeg komt krijg je natuurlijk weer andere klimaten) doet er volgens mij niet toe. Je ziet in diagram 1 dat de muggen in Amerika allemaal een kritische fotoperiode hebben van 13 uur of meer. Dit past bij de muggen uit Japan die voorkomen vanaf 30o NB of meer. |
||
Door: Fenna Woudt
|
Datum:
Woensdag
18
mei
2022,
12:29 uur
Ik had deze vraag ook en heb het neergelegd bij het examenloket. Ik kreeg het onderstaande antwoord.
Dank voor uw mail. Wij hebben deze voorgelegd aan de vakdeskundigen en ontvingen de volgende reactie:contactformulier van het Examenloket. Met vriendelijke groet, Voor de beantwoording van deze vraag is kennis van klimaatzones niet noodzakelijk, noch zou deze kennis de kandidaat belemmeren bij het beoordelen van de derde bewering. De vraag is te beantwoorden met de informatie uit de tekst en de afbeelding. In de tekst van het eerste kader staat dat de muggen in gematigde streken de winter niet overleven, maar dat de soort daar kan overleven omdat er diapauze-eitjes worden gelegd. Uit afbeelding 3 kan worden afgeleid dat de Amerikaanse tijgermuggen in 1988 diapauze-eitjes leggen bij een kritische fotoperiode tussen 13,1 en 14,2 uur; gemiddeld ongeveer 13,5 uur. Dat is een fotoperiode die in Japan in 1988 voorkwam bij breedtegraden boven de 30 graden NB (zie de gestippelde lijn in diagram 1). Daarmee ondersteunen de gegevens in afbeelding 3 de derde bewering. Ik hoop dat u hiermee voldoende geïnformeerd bent. Nieuwe meldingen over de inhoud en/of afnamecondities van een centraal examen kunt u doen via het |