Plaats hier uw vragen, opmerkingen of overdenkingen.

In het antwoord is aangegeven dat 'beide stoffen apolair/hydrofoob/ongeladen' zijn. Dat R-SH apolair zou zijn is natuurlijk volstrekte onzin. De -SH binding is polair delta E.N = 0,5 en daarmee zijn de zwavelhoudende verbindingen wel degelijk polaire - weliswaar hydrofobe - stoffen.

Ja, maar de stof blijkt apolair, want lost niet op in water. Dat er een polaire binding en dus partieel dipoolmoment in aanwezig is, is blijkbaar van weinig invloed. Daarbij kunnen ze ook refereren dat de R-groep mogelijk groot is en volgens de tekst bestaat hij uit C en H. 

Als leerlingen niet extractie hebben ingevuld in vraag 7 (maar in dit geval destillatie) is de redenering in deze vraag niet te maken, want hoe weet je het kookpunt van R-SH om het te vergelijken met water en LPG?