VWO Sk 2022-3 Algemeen

VWO Sk 2022-3 Algemeen

Door: Ad Mooldijk | Datum: Maandag 4 juli 2022, 22:10 uur

U kunt hier uw opmerkingen en vragen over het examen kwijt.

Voor een specifieke vraag kunt u een nieuw onderwerp starten, graag met als naam: Vraag xx

Antwoord:

Door: Schaareman | Datum: Dinsdag 5 juli 2022, 17:58 uur (Bewerkt op: 05-07-2022 19:07)

Mijns inziens weer (veel) lastiger dan het 1e tijdvak. 1e tijdvak bevatte veel standaard vragen en nauwelijks alternatieve manieren om dingen te vragen. Tijdvak 2 en 3 bevatten dit stukken meer. Toegegeven, in tijdvak 3 ook "goedmakertjes" zoals vraag 5 en 6 (standaard) en zeker 13 (derde klas stof) maar daar tegenover staan wel weer vragen die zaken anders aanpakken, zoals zeker vraag 16 (een geforceerde combinatie van standaard biochemie (aminozuureenheden tekenen) en elektronen verplaatsingen).

Wel (veel) minder rekenwerk dan tijdvak 2 (maar dat was ook echt weer te enthousiast mijns inziens.)

Naar verwachting gaat dit zeker weer geen verbeterering opleveren voor zwakke leerlingen, dat is toch de groep die doorgaans herkanst.

Nou ja we zien wel.

Wel een heel storende opmerking; Ga er hierbij van uit dat CO 2 zich gedraagt als een eenwaardig zuur.

CO2 is geen zuur.... zelfs CO2 opgelost in water is geen zuur... H2CO3 is het zuur....
 

Door: Schaareman | Datum: Dinsdag 5 juli 2022, 19:19 uur

Vraag 12

Hoezo is het antwoord in 4 siginificante cijfers? Alle gegevens zijn in 3 significante cijfers!!??

Of... omdat het een percentage is, waarbij 41,0 % dus 0,410 wordt en je ze moet optellen, moet je drie decimalen geven???

Dat zou heel flauw zijn... maar ja.. .het is het derde tijdvak en je moet je flauwe vragen ergens kwijt.

 

Door: Patrick van Kempen | Datum: Dinsdag 5 juli 2022, 21:09 uur (Bewerkt op: 05-07-2022 21:10)

Opgave 4: de pieken verklaren waarbij volgens het correctiemodel gekeken moet worden naar de vier
pieken AAA – BAA – BBA – BBB maar BBB zou dan een piek op m/z 263 moeten geven en niet op 262

Door: Windmeijer | Datum: Dinsdag 5 juli 2022, 21:57 uur

Een stuk pittiger dan 1e tijdvak, denk ik.

Deze keer zowel MS als GC vragen. Dus veel meer analyse dan in 1e en 2e tijdvak. Ik vind dat niet vervelend, maar misschien een beetje beter verdelen over de tijdvakken een volgende keer.

Geem industriële chemie. Dat vind ik dan wel weer jammer.

Vraag 11 vragen ze niet naar structuurformules, maar die worden wel beoordeeld. Slordig.

Door: Patrick van Kempen | Datum: Woensdag 6 juli 2022, 10:04 uur

@Schaareman 41,0 % wordt inderdaad 0,410 g maar wanneer je eerst omrekent naar aantal mol moet je het antwoord geven op 3 significante cijfers dus bij SOS 4,61 10^-4 mol. De som moet je dus geven op 2 cijfers achter de komma maar dat blijft dus 3 cijfers significant..... lijkt mij 

Door: de Witt | Datum: Woensdag 6 juli 2022, 21:17 uur

Het antwoord van de som met (wanneer je met 10-4 rekent) inderdaad in 2 decimalen worden gegeven. Aangezien er dan twee cijfers voor de komma staan, zijn er dan 4 significante cijfers.

Dit ziet waarschijnlijk geen enkele leerling.

Door: Patrick van Kempen | Datum: Donderdag 7 juli 2022, 22:08 uur (Bewerkt op: 07-07-2022 22:24)

Bericht van het CVTE:
Heb in een reactie aangegeven dat 20,36*10^-4 ook genoteerd kan/mag worden (rekenmachine doet dat ook) als 2,04*10^-3, ook 2 cijfers achter de komma maar nu 3 cijfers significant.


Bij het eerste bolletje worden er twee getallen met 3 significante cijfers door elkaar gedeeld. De uitkomst zou dus 3 s.c. moeten hebben. Hetzelfde geldt na het tweede bolletje, oftewel het vermenigvuldigen met discrete getallen. Vervolgens worden in het derde bolletje alle getallen met 3 s.c. (en dus 2 cijfers achter de komma) bij elkaar opgeteld. Het antwoord (20,36*10-4) zou dus ook 2 cijfers achter de komma moeten hebben, en heeft in totaal dus 4 s.c..  In het correctievoorschrift is het gebruikelijk om bij de tussenstappen het getal in één significant cijfer extra te geven (zie Vakspecifieke regel 1). Dit is daarom ook gedaan in het antwoordmodel van deze vraag: in de tabel zijn de getallen genoteerd in 4 significante cijfers en volgens de wetenschappelijke notatie. De uitkomst van de sommering (20,356) is in eerste instantie niet genoteerd volgens de wetenschappelijke notatie om te laten zien dat het gaat om de cijfers achter de komma. De uitkomst van de berekening in de juiste significantie is vervolgens wel genoteerd volgens de wetenschappelijke notatie; hiervoor gelden de significantieregels zoals hierboven beschreven.  

Door: Schaareman | Datum: Donderdag 14 juli 2022, 11:04 uur

N = 2.4  Genoeg gezegd....