Plaats hier uw vragen, opmerkingen of overdenkingen.

Leerling antwoord: Pb³⁺ : Pb²⁺ = 2 : 1

Eerste bolletje is duidelijk fout, geen discussie. 

Maar mag ik het tweede bolletje zo lezen dat (2x 3+)+ (1x2+) = 8+ wat precies de 8- van de zuurstof compenseert?

Corr. model: "de gegeven molverhouding is in overeenstemming met de gegeven ionladingen"

Ik heb het vooralsnog fout gerekend.

Volgens mij mag je dan wel het tweede bolletje geven; want de leerling komt tot 8+ hiermee en compenseert 8-

Lijkt me inderdaad goed voor het 2e bolletje

Ik begin het probleem te zien van het CV bij deze vraag. 

Als Pb⁺ : Pb²⁺ = 1 : 2 gegeven.....is dan "de molverhouding in overeenstemming met de gegeven ladingen"? Er staat nergens wat die overeenstemming inhoudt.

Natuurlijk geef ik het nul punten, maar daar gaat het mij niet niet helemaal om...  

Mag je aannemen dat een havo 4 leerling weet dat Pb3+ niet bestaat? Zo nee, waarom is Pb3+ : Pb2+ is 2 : 1 dan fout?

@Tim: dit kunnen ze vinden in Binas tabel 99 waar 3+ niet bij de oxidatiegetallen staat

@Tim en @Anne Geert

Oxidatiegetallen behoren niet tot de examentof. In Binas 40A kunnen ze wel de ladingen vinden.

Kunnen we bij een antwoord als Pb⁺ : Pb²⁺ = 2 : 3 het 2e bolletje wel toekennen? Het telt wel op tot 8+, maar levert geen verhoudingsformule Pb₃O₄ op.

Dat lijkt me niet, je moet wel tot 3 Pb-ionen komen. Hoewel het antwoordmodel zegt de molverhouding moet in overeenstemming zijn met de ionladingen en dat klopt dan weer wel. Wonderlijk. Ik dacht eindelijk een rechttoe recht aan vraag, toch kun je ook hier weer over debatteren.

En wat met een verhouding 4 : 2? Moet het net als bij coëfficienten de kleinste verhouding zijn?