Plaats hier uw vragen, opmerkingen of overdenkingen.

Deze vraag is door heel veel lln overgeslagen en dan nog net bij vraag 24 iets ingevuld 

Neem aan dat de alternatieve (in principe gelijke) methode is om de tijdsduur van de puls te berekenen (3T dus), en dan de afgelegde weg van de puls in vetweefsel in die tijdsduur te berekenen met s=v*t en de minimale lengte van het detail is dan de helft van de berekende afgelegde weg ook juist is. Wat betreft de toedeling van de bollen: 1) gebruik van s=v*t, 2) inzicht dat het de halve lengte van de afgelegde weg betreft en 3) completeren.

Wat vinden jullie - zou dit een alternatieve methode moeten zijn die opgenomen zou moeten zijn in het correctievoorschrift? Of mag ik deze zo toepassen? 

Niet echt een alternatieve methode, eerder anders denken over golven. Voor werken met s = v·T mag je punten geven.

Mijn leerlingen beginnen met 1,5 T voor de puls te rekenen, mag dat voor bolletje 2, ook als ze er verder niets meer mee doen door geen tijd.

wel als ze 1,5 labda schrijven...  :-)

Ik reken 1,5T wel goed voor de 2e bol. Dat is tenslotte het tijdsequivalent van het inzicht voor 1,5 lambda, passend bij s=v*t, t = 1,5T, completeren.

Ik ben ook geneigd 1,5 T goed te rekenen voor bol 2. Is er verschil tussen inzicht dat een puls even lang is als 1,5 labda enerzijds en anderzijds het inzicht dat een puls even lang duurt als 1,5 T ?

En hoe moet een leerling weten welke keuze deze moet maken die volgens het cv bol 2 oplevert? Met s =v . T kom je er ook.

In de notulen staat dat zonder de factor 1,5 het completeerpunt nog wel mogelijk is.
Ik neem aan dat dat betekent dat als een leerling concludeert dat de orde van grootte gelijk is aan 1,7*10^-4 m (of vermenigvuldigt met een andere factor) dat dat dan 2 punten oplevert.