Opvallend dat de nieuwere naamgeving voor zouten nu wordt gebruikt in de opgave "Zeewater-accu". Daar hebben ze het over di-antimoontrisulfide in plaats van antimoon(III)sulfide.

Zojuist het herexamen nagekeken. Ik ben nogal veeleisend (al bijna 40 jaar), dus was blij met N=1,0 voor eerste tijdvak. maar ..... dit herexamen vind ik echt veel te moeilijk (vraag 1, 13, 14 (als je het woord legering mist :-)), 15, vanwege 2 (half)reacties, 26, 27 (2de bol), 23,28 (wel te doen als je heel goed leest), 29, 31 en 35) allen echt inzicht nodig en dat is veel meer dan anders en lastige contexten, niet recht-toe-recht-aan vragen met mol (tot 2x toe moet je wel echt begrijpen wat een mol is) en dan nog met miljard, micro-mol, ppm ...  .... 

Op zich fijn als het niveau eindelijk weer omhoog gaat, hoort volgens mij bij havo, maar dan is een herexamen niet het juiste moment. Ik vind het echt in geen verhouding staan tot eerdere examens en ook niet met eerste tijdvak, hoewel daar al meer een beroep gedaan werd op inzicht dan volgens mij in voorgaande jaren. Ik vond het daar wel prima, want goed havo-niveau, en meer dan genoeg vragen waarbij je wel vrij makkelijk je punten kon scoren (2 x gewoon een percentage nemen van voor 1 punt, geen begrip van het echte ontstaan van crosslinks, maar de kreet "er kunnen crosslinks ontstaan, dus is het een thermoharder" leverde al 2 punten etc.Ook die vraag met de extruder was hier lastiger om punten te scoren en meer verstopt in welke richting je moest denken. En waarom de binnenkomer gelijk moeilijk? Op zich moet het kunnen, maar optellen van 2 reactievergelijkingen is niet echt wat je regelmatig oefent, dus een echte inzichtsvraag. En de atoomeconomie die daarop volgt gaat een leerling niet berekenen als ie de reactievergelijking al niet begrijpt. Ik vond de contexten wel interessant, echt scheikunde.

Maar de moeilijkheidsgraad ... Hebben meer collega's dit gevoel? Ik ben benieuwd! Succes met de laatste loodjes. 

Ik vond hem er veel grote (om-)rekenvragen hebben. En op die manier wel heel veel hetzelfde getest. 

vraag 9 (mmol naar mol), 15, 16 (nm), 23 (micro, dm3 naar m3; goochelen met cm3 per dm3, cm3 naar m3), 29, 35 (mL naar L, g naar kg). 

En gelukkig nog meer vragen dan in het eerste tijdvak.

Had wel het idee dat er veel "goed te doen" in zaten. Dat optellen van RV's is dus een blijvertje, blijkbaar. 

Wat is "De halfreactie van de oxidator? " Is niet iedere halfreacstie de halfreactie van de oxidator? 

Wat is een sterke warme luchtstroom? 

Wat een onnodige overtekenvraag bij 32.

Maar, wel leuk. En ik had hem zelf met 1.5 uur gedaan, deze keer minder verveeld tijdens het maken dan de eerste tijdvak.  

@de Goede - Aarts. Ik ben met je eens dat dee veel moeilijker was, dan het eerste tijdvak. Een ook eens dat er heel veel omgerekend moest worden. Jammer. Ik denk dat mijn leerlingen nu een minder goede kans gehad hebben. Hopelijk terkken ze het recht met de n-term.

Ik vond deze examen gewoon goed! Hier wacht ik al een paar jaar op: een havo examen op niveau!

Maar deze examen zou nooit gegeven mogen worden als herkansing in tijdvak 2. Tijdvak 1 was een stuk eenvoudiger. Erg jammer voor de leerlingen.

Ik hoop op een N-term van minstens 1,4, gezien tijdvak 1 1,0 was.