Opgave 19

Opgave 19

Door: Schaareman | Datum: Woensdag 18 juni 2025, 10:59 uur

Dit is dus precies een voorbeeld van een gekunstelde vraag. Ja... leerlingen moeten de formule van de E-factor kennen en kunnen gebruiken. Maar wie oh wie gaat op basis van een E-factor een rendement terugrekenen???? Als de E-factor is uitgerekend is het rendement bekend................... 

Antwoord:

Door: Heusden | Datum: Woensdag 18 juni 2025, 18:18 uur

Net uitgebreid met een collega gediscussieerd over deze vraag, maar volgens ons kan deze vraag niet beantwoord worden. Bij het berekenen van de E-factor moet je namelijk de massa's nemen van de beginstoffen zoals je die in het reactievat doet. Dat is niet noodzakelijkerwijs de stoichiometrische verhouding en hier is dat zeker niet zo, want in de opgave staat dat er een overmaat ammoniak wordt gebruikt.

Aangezien niet bekend is hoe groot deze overmaat is, is volgens ons deze vraag niet te beantwoorden.

Door: Wouter den Boer | Datum: Donderdag 19 juni 2025, 11:18 uur

Deze vraag kan idd niet. NOVA doet deze onjuiste methode regelmatig. 

 

Maar de aanname dat er 1 mol fenol reageert is wel oke, maar dan weet je niet hoeveel mol ammoniak er bij is gevoegd. Het is praktijk en daar staat niks over....examenloket.

Door: Koen Tijssen | Datum: Dinsdag 24 juni 2025, 16:28 uur

Eens.

Ik heb het naar het examenloket gestuurd en kreeg het volgende antwoord:


"Bedankt voor uw feedback op deze vraag. Wij herkennen de punten die u benoemt, maar zijn van mening dat leerlingen hier geen last van zouden mogen hebben bij het beantwoorden van de vraag. 

Leerlingen werken voornamelijk met de formule voor de E-factor zoals die te vinden is in Binas-tabel 37H. Zo wordt deze ook in de lesboeken aangeboden. Leerlingen leren dat ze in deze formule voor de massa van de beginstoffen en de massa van het product de stoichiometrie van de reactievergelijking moeten gebruiken, uitzonderingen daargelaten. We kunnen ons een voorbeeld voorstellen waarbij het duidelijk is vermeld dat er sprake is van extra afval en hiermee gerekend dient te worden. In vraag 19, echter is de stoichiometrische verhouding de enige optie. 

Wat betreft uw opmerking over de massa beginstoffen zoals daadwerkelijk bij elkaar gevoegd is: wanneer een overmaat beginstof gemakkelijk gerecycled kan worden (zoals in dit geval ammoniak) dan wordt deze doorgaans niet meegenomen in de bepaling van de E-factor. Aangezien er geen informatie verstrekt is in deze vraag over het beschouwen van deze overmaat als afval, hadden leerlingen met de gegevens voor handen tot het enige besluit moeten komen om een verhouding 1:1 te gebruiken voor het berekenen van de E-factor en het rendement.

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over de opzet van deze. We zullen uw opmerking doorgeven aan de examenmakers zodat dit wordt meegenomen bij de constructie van nieuwe vragen over de E-factor in toekomstige examens."