Vraag 13

Vraag 13

Door: Ad Mooldijk | Datum: Donderdag 18 mei 2017, 19:32 uur

Plaats hier uw reactie

Antwoord:

Door: Tel | Datum: Vrijdag 19 mei 2017, 20:05 uur

In de tekst wordt niet gesproken over de wrijvingskracht van de lucht. Dan kan diagram 3 bij v,t een discussiepunt zijn.

Door: van de Velde | Datum: Vrijdag 19 mei 2017, 22:48 uur

Aangenomen dat zijn aanvankelijke versnelling 9,8 m/s² is

de hoek van de raaklijn bij t=0 is ongeveer 78°, tan(78)=4,7, dus rico=4,7 moet overeenkomen met a=9,8m/s² (ruwweg 2 x zo groot)

de hoek van de raaklijn op het eind van de kromme is ongeveer 22°, tan(22)= 0,4 moet dan, ruwweg 2 x zo groot, overeenkomen met een versnelling kleiner dan 1 m/s²

Op een duik van 11 meter.....

Nemen we aan dat hij duikt door lucht onder een druk van een paar honderd bar? 

Door: Jacco Dankers | Datum: Zaterdag 20 mei 2017, 12:28 uur

In de opgave wordt gesproken over een "vrije val", dus er is geen luchtweerstand. Dit valt echter niet binnen de examenstof van vmbo (ik kan het in ieder geval nergens in de syllabus terugvinden). Ik kan me dus wel voorstellen dat een leerling voor grafiek 3 kiest bij het v,t-diagram en heb er moeite mee om dat fout te moeten rekenen.

Door: van de Velde | Datum: Zaterdag 20 mei 2017, 12:45 uur

Ik heb daar geen moeite mee. Ik denk dat onze leerlingen mogen beseffen dat een minder steile grafiek een mindere snelheidstoename per seconde betekent. Het verschil in snelheidstoename tussen begin en eind van de duik is in diagram 3 enorm. Bij meerkeuzevragen kies je het goede of het beste antwoord. Ook indien je wel met luchtweerstand rekening zou willen houden, dan nog is diagram 3 dus op zijn minst een héél stuk fouter dan diagram 2.

Door: Luc Gesser | Datum: Zondag 21 mei 2017, 11:22 uur

In de opgave staat nergens of de luchtwrijving moet worden meegenomen in de gedachtegang. In de theorie hebben we leerlingen niet met de luchtweerstand laten rekenen omdat die te complex is (velen van ons kunnen het zelf niet).

Op 11 meter zal geen snelheidsconsolidatie optreden. De afstand is te kort. Als het goed is hebben we onze leerlingen geleerd dat bij een versnelling er een (stuk van) een dalparabool ontstaat. Tekening 3 is dus onmogelijk.  

Door: Thom Magré | Datum: Zondag 21 mei 2017, 22:54 uur

Absoluut met Gesser eens, 

Formule's voor vmbo:

v=a·t --> a=10 m/s2 (constant), dus eenparig versnelde beweging. (lineair)