Vraag 29

Vraag 29

Door: Thom Magré | Datum: Zondag 21 mei 2017, 18:10 uur

In plaats van de formule heb ik leerlingen die een verhoudingstabel gebruiken voor het brekeken van het aantal windingen. Ik vind dit getuigen van inzicht in de werking van een transformator en de formule vervangen. Ik kan me herinneren dat vorige jaar bij een rendement vraag ook een andere rekenwijze goed gekeurd mocht worden. Wat vinden jullie?

 

Antwoord:

Door: van de Velde | Datum: Zondag 21 mei 2017, 19:39 uur (Bewerkt op: 21-05-2017 23:57)

het CV zegt, in afwijking van de andere rekenvragen :

"toepassen van Up/Us.....etc"

dat is wat anders dan "gebruik van de formule". 

 

maar ook dat mag wel wat helderder geformuleerd worden, want nergens wordt uitgelegd welke betekenis dat "toepassen van " dan eigenlijk precies heeft. 

m.a.w. kan de leerling met een of andere verhouding uit de voeten dan is hij er. Ik heb er die primair de spanning per winding berekenen (0,46 V) die gelijk moet zijn aan de spanning per secundaire winding. Ook een toepassing van die gelijke verhoudingen.

Door: van Bakel | Datum: Zondag 21 mei 2017, 21:56 uur (Bewerkt op: 21-05-2017 21:57)

Algemene regel 3.3

Natuurkundig gezien is de verhouding in windingen de transformatieverhouding. Deze verhouding zegt iets over de spanning (dmv de Wet van Lenz), maar ook over de stroom. Deze "formule" geeft die verhouding tussen de transformatieverhouding en de verhouding in spanningen aan. Als een leerling werkt met een verhoudingstabel, of gewoon met verhoudingen werkt, getuigt dit van meer begrip van de transformator dan het invullen van een formule.

Punten toekennen in de geest van het CV.

Door: van de Velde | Datum: Zondag 21 mei 2017, 22:48 uur

ik vind niet dat we regel 3.3 mogen toepassen om het formulepunt te gaan omzeilen. Maar van een formulepunt is hier helemaal geen sprake.

"toepassen van" , (whatever they may mean by that), staat niet genoemd in vaktechnische regel 7. En voor een correcte oplossing kun je niet om de verhoudingen heen. Dus zolang je een berekening ziet en de leerling het niet aan jou overlaat om te raden welke van de in de verhoudingstabel gebruikte getallen zijn antwoord is, is dat goed. Dat laatste kan hij bijvoorbeeld doen middels een conclusiezin, zoals ze dat bij wiskunde gewend zijn.