Hoi allemaal,

Ik verbaas me over de richting waarin het CSE natuurkunde VWO zich ontwikkelt en vraag me af of ik de enige ben.

Het examen kent steeds meer vragen waarin leerlingen moeten redeneren en steeds minder vragen waarin gerekend moet worden. Daardoor wordt het examen als geheel taliger. Ik vind dat een enorm nadeel voor de hardcore beta's die vooral de kwantitatieve kant van de exacte vakken waarderen. Daarnaast vind ik het ook oppervlakkiger worden. Een "inzicht dat...." (zoals cv zo mooi aangeeft)  is door een leerling al snel opgeschreven als hij creatief de inleidende tekst herschrijft. Ik kan daar vaak niet uit afleiden of een leerling het nou echt begrijpt.

Ik zie het ook aan de resultaten: de zwakkere leerlingen (dat wil zeggen: de leerlingen die de kwantitatieve inzichten en oorzaak-gevolg relaties op conceptueel niveau niet in de vingers hebben) scoren ongeveer dezelfde cijfers als de sterke leerlingen. Daarbij score de sterke leerlingen meestal veel lager dan ze in hun SE's doen. Dus we zitten netjes op de gewenste 6,4 gemiddeld, maar de spreiding is heel smal en er zijn nauwelijks uitschieters omhoog of omlaag. Dus mijn inziens zit er geen determinerend effect meer in de examens.

Ik heb dit natuurlijk allemaal niet wetenschappelijk onderzocht omdat ik geen beschikking heb over de totale dataset, maar ik maak me er wel zorgen over.

Zien anderen dit ook? Wat voor vak geven wij nou eigenlijk? In het wiskunde B examen van 2019 zat meer "hard-core " natuurkunde dan in het gewone natuurkunde examen. Ik vind dat echt vreemd. En wat is het standpunt van de NVON hierin?

Ik ben heel benieuwd naar meningen van anderen en die van de NVON.

Saskia van Asselt