Vraag 6 |
||
---|---|---|
Door: Ronald Korporaal
|
Datum:
Zondag
1
april
2018,
08:52 uur
Hier uw reactie. |
Antwoord: |
||
---|---|---|
Door: van Dongen
|
Datum:
Zondag
20
mei
2018,
11:26 uur
(Bewerkt op: 20-05-2018 11:26)
Lastig nakijken, want er staat dat een artikel is voor een breed publiek. In hoeverre moet je een argument dan nog uitleggen? Dat wordt ook nergens gevraagd. Kun je dan ook niet gewoon zeggen dat er minder afval is bij proces met 2 en de grondstoffen efficiënter worden gebruikt? |
||
Door: van Rijckevorsel-Krijnen
|
Datum:
Zondag
20
mei
2018,
12:35 uur
Ik zit in dubio bij het tweede uitgangspunt en de beoordeling daarvan. Terecht gaat het CV ervan uit dat het gegeven argument een notie moet bevatten van het feit dat je om de atoomeconomie te kunnen beoordelen een evaluatie moet geven van een optelling van twee reacties, 1+2 en 1+3. Echter veel leerlingen lijken er vanuit te gaan dat ze slechts reactie 2 en 3 hoeven te vergelijken. Ik neem aan dat ze dit doen omdat beide totaalreacties reactie 1 bevatten en de atoomeconomie van reactie 1 dus voor beide totaalreacties hetzelfde is. De atoomeconomie van de totaalreactie wordt tenslotte bepaald door de atoomeconomiën van de afzonderlijke reactiestappen, waarbij hergebruik van stoffen natuurlijk in beschouwing genomen moeten worden. Het gros van mijn leerlingen antwoord dan ook iets in de trant van: atoomeconomie van reactie2 is 100% / alle atomen van de beginstof komen terecht in het gewenste product / er ontstaan bij reactie 2 geen bijproducten want methanol wordt hergebruikt in reactie 1 terwijl de atoomeconomie van reactie 3 lager is want hierbij ontstaat ook water en koolstofdioxide, dus het proces van Avantium heeft een hogere atoomeoconomie dan het oude proces. De leerling 'vergeet' hierbij rekening te houden met eventuele verschillen in molverhoudingen tussen reactanten en producten van 1+2 en 1+3 en gaat ervan uit dat de molverhouding tussen de stoffen gelijk is omdat die in een reactieschema niet gegeven worden. De leerling 'vergeet' tevens dat er bij reactie 1 wel water ontstaat en dus dat reactie 1+2 ook een ongewenst bijproduct genereert... Hoe gaan jullie hiermee om in de beoordeling? |
||
Door: Schaareman
|
Datum:
Zondag
20
mei
2018,
12:37 uur
(Bewerkt op: 20-05-2018 13:04)
argument op basis van uitgangspunt 2 hoef je alleen maar te zeggen dat de atoomeconomie van 1+2 (of een verwijzing daarnaar bijvoorbeeld "het eerste proces) beter/hoger/gunstiger is dan dat van 1+3 ("tweede proces" oid) er wordt geen uitleg gevraagd alhoewel de voorbeelden uit het cv dit wel suggereren. Dus; een leerling die zegt; argument op basis uitgangspunt 1 : bij 1+2 ontstaat minder afval dan bij 1+3 heeft een valide argument dus ook een punt. Er wordt in de vraag niet om toelichting gevraagd. Het argument voor punt 1 (minder afval bij 1+2 dan bij 1+3) is correct. Het argument voor punt 2 (hogere AE bij 1+2 dan bij 1+3) is correct. De afwezigheid van de noodzaak tot toelichting wordt nog eens verder benadrukt door de context: een artikel voor een breed publiek. |
||
Door: Patrick van Kempen
|
Datum:
Maandag
21
mei
2018,
12:25 uur
Vraag mbt uitgangspunt 2: Bij het 1e en 5e voorbeeld staat niet "dus de atoomeconomie van 1+2 is beter dan die van 1+3", 2e, 3e en 4e wel. |
||
Door: Wilke
|
Datum:
Maandag
21
mei
2018,
12:49 uur
Er wordt in de vraag verwezen naar het uitgangspunt 2. Dit is de atoomeconomie, dus wat mij betreft hoeft dat niet expliciet herhaald te worden. |
||
Door: van Rijckevorsel-Krijnen
|
Datum:
Maandag
21
mei
2018,
13:40 uur
Bovendien wordt er gevraagd naar een argument. Niet naar een betoog of analyse. Uitsluitend het argument zonder conclusie zou dus goed moeten zijn lijkt mij. |
||
Door: de Goede-Aarts
|
Datum:
Maandag
21
mei
2018,
17:11 uur
Er wordt gevraagd om een argument bij elk uitgangspunt. In uitgangspunt 1 staat letterlijk dat de vorming van afval zo veel mogelijk moet worden vermeden. De opmerking dat bij reactie 1 + 2 minder afval ontstaat / geen afval en bij 1 + 3 wel is geen argument. Dat herhaalt alleen de opdracht. Idem bij uitgangspunt 2. Alleen atoomeconomie noemen of de omschrijving van het uitgangspunt herhalen is geen argument. Dus volgens mij is het in beide gevallen zonder concrete verwijzing naar stoffen of hoeveelheden atomen 0 punten |
||
Door: Schaareman
|
Datum:
Dinsdag
22
mei
2018,
13:56 uur
Ik werd door een collega geattendeerd op het volgende; in de definitie van atoomeconomie in T97F staat niet expliciet dat het over de massa van de gebruikte atomen zou moeten gaan. Ik heb hier zelf altijd overheen gelezen omdat ik, als ik Binas al gebruikte of ernaar verwees bij atoomeconomie, T37H gebruik waar wel duidelijk de massa in staat. Leerlingen kunnen bij het lezen van T97F de indruk krijgen dat het gaan om het AANTAL gebruikte atomen en dus niet om de MASSA ervan. Een verwijzing naar de atoomeconomie zou dus eigenlijk niet naar T97F moeten wijzen maar hooguit naar T37H om te voorkomen dat er verkeerde conclusies getrokken worden. Ter verduidelijking het volgende voorbeeld waarbij de verkeerde conclusie getrokken zou kunnen worden: C2H5OH --> C2H4 + H2O 9 atomen voor, 6 atomen gebruikt. 67% van de atomen gebruikt. Met massa en de juiste definitie kom je op een AE van 61%! C2H5OH --> CHCOH + 2 H2 9 atomen voor, 5 gebruikt; 56% van de atomen gebruikt. Met massa en de juiste definitie kom je op een AE van 83%.
|
||
Door: Wouter den Boer
|
Datum:
Woensdag
23
mei
2018,
16:43 uur
Hebben jullie ook het idee dat het derde streepje bij opmerking 1 gewoon onjuist is. Dit lijkt mij een Q-factor-verhaal, of misschien nog wel een E-factor. En juist die Q-factor is ontzettend gevoelig voor positite in de wereld. Zoals ik ooit uitgelegd heb gekregen...stel je woont in de Sahara, baal je dan ook zo van het water dat ook vrij komt? Is het daar ook afval? Dus ook hier zou beargumenteerd kunnen worden dat CO2 zeer nuttig gebruikt kan worden door andere bedrijven/processen en dan ook goed gerekend moeten worden, toch? Niet dat ik dat gezien heb bij mijn leerlingen, maar ja....ik wil zelf graag zo correct zijn.
|