hier uw vragen, opmerkingen over deze vraag.

Het GGN-molecuul bindt alleen aan NH₂-groepen (alinea boven figuur 1 van het examen). Dat betekent dat GGN-moleculen geen H-bruggen maken met de N-H groep van de peptidebinding.

Ik mag hier dus ook geen punt (1e bolletje) voor toekennen!  Klopt dat?

juist. In de tekst boven opgave (laatste zin) staat: "De GGN's binden niet aan de aanwezige peptidegroepen in eiwitten."

Een eiwit heeft ook een eindstandige NH₂ groep. Wanneer een leerling alleen de eindstandige NH₂ groep gebruikt in de uitleg, dan is dat toch ook juist?

@ Ballijns: dat lijkt mij verdedigbaar.

Eerste bolletje had m.i. ook anders geformuleerd moeten worden. Wie weet (zeer waarschijnlijk zelfs) zijn grote hoeveelheden NH2 niet eens ruimtelijk beschikbaar. Dus de essentie van de vraag is dat een melamine deeltje een hoge NH2 groep dichtheid heeft (waardoor de GGN's dicht op elkaar zitten) en eiwitten een veel lagere NH2 dichtheid. Als een leerling daar voldoende op ingaat, dan hoeft het specifiek noemen van de RESTgroep waarin NH2 zit niet meer. 

M.i. is dus een antwoord als "eiwitten bevatten ook NH2 groepen (let wel, NH2 wel expliciet noemen, ook niet over NH groepen beginnen, dat is fout) maar die zitten verder uit elkaar dus is de afstand tussen de GGN deeltjes te groot (voor kleuring)" geheel goed.

Een leerling met een onzin uitleg die er wel op uitkomt dat de GGN's ver uit elkaar liggen krijgt 1 punt toch?

Onzin bijvoorbeeld: GGN gaat waterstoffen aan met OH-groepen in het eiwit die ver uit elkaar zitten of dat eiwitten apolair zijn en daardoor de GGN's in oplossing verder uit elkaar gaan zitten

Ja, dat doe ik wel.

@ Maaike

Waarbij ik een H-brug met een OH-groep nog wel verdedigbaar vind. Ook al wordt de binding met een NH₂ groep sterker genoemd, de andere moet er ook kunnen.