Het vernieuwde vak nask1 heeft de toekomst!

Huub Huijs, clustermanager bij het College voor Toetsen en Examens (CvTE)

De komende jaren zal het vak nask1 vernieuwd worden. In dit artikel geven we een beschrijving van mogelijke onderwerpen/thema’s voor het vernieuwde vak nask1. Uitgangspunt is dat het (examen)programma nask1 samenhang heeft met de examenprogramma’s van de profielvakken Bouwen, wonen en interieur (BWI), Produceren Installeren en Energie (PIE) en Mobiliteit en Transport (M&T). Er is bij de beschrijving nog geen onderscheid gemaakt per leerweg.

Waarom samenhang tussen de vakken?

Als vakken in samenhang worden aangeboden, geeft dit een betere weerspiegeling van de buitenwereld. Leerlingen leren daardoor verbanden te leggen tussen wat ze leren op school en wat er gebeurt in de wereld om hen heen. Dit motiveert hen om te leren.

Meer verbinding tussen de inhoud van vakken maakt het onderwijs voor leerlingen meer betekenisvol. Wanneer kennis en vaardigheden uit vakken met elkaar worden verbonden, gaan leerlingen dieper op de stof in en leren ze die toe te passen in nieuwe situaties.

Samenhang tussen de techniekprofielvakken en nask1

Er bestaat een grote samenhang tussen de techniek profielvakken en het vak nask1. Helaas sluiten de examenprogramma’s nog niet volledig op elkaar aan. In dit artikel worden acht onderwerpen beschreven die zich bij uitstek lenen voor het afstemmen van de examenprogramma’s van natuurkunde en de techniekprofielenvakken.

1. Stoffen en materialen

Het gaat er bij de techniek profielvakken om dat leerlingen economisch bewust en duurzaam omgaan met materialen en middelen, milieubewust handelen en werkzaamheden uitvoeren volgens de regels van integrale Kwaliteits-, Arbo- en Milieu (KAM)-zorg.

Het vak nask1 kan hierop aansluiten. Het gaat er om dat de leerlingen:

  • soorten materialen en hun stofeigenschappen in de beroepspraktijk kunnen herkennen en toepassen;
  • gevaren van stoffen en effecten van chemische en natuurkundige processen voor de mens en het milieu herkennen, en maatregelen nemen om ongewenste effecten hiervan te vermijden door veilig te werken en verantwoord met afvalstoffen om te gaan. Het gaat hierbij ook om gescheiden inzamelen van de afvalstromen uit het praktijklokaal.

2. Isolatie van de woning

Het gaat er met name bij het profielvak BWI om dat de leerling doel en functie van isolatie kan beschrijven en de juiste soorten isolatiematerialen kan kiezen en dat de leerling isolatiematerialen in opgaand werk plaatsen en verwerken.

Het vak nask1 kan hierop aansluiten. Het gaat erom dat de leerling:

  • kan uitleggen dat transport van warmte plaatsvindt via geleiding, stroming en straling;
  • de werking van warmte-isolerende maatregelen kan uitleggen, bij ten minste: spouwmuurisolatie, bouwmaterialen, radiatorfolie, dubbele beglazing;
  • de mogelijke gezondheidsschade in verband kan brengen met de geluidssterkte en tijdsduur en suggesties doen voor maatregelen tegen geluidshinder;
  • een verband kan leggen tussen soorten materialen, hun eigenschappen en praktische toepassingen in het dagelijks leven en bij beroepssituaties.

3. Hefbomen

Het gaat er bij het profielvak M&T om dat de leerling voor het laden en lossen het juiste interne transportmiddel kiest en gebruikt. Daarnaast gaat het erom dat de leerling bij het bewerken en verwerken van materialen op de juiste wijze de hulpmiddelen/gereedschappen gebruikt. Deze doelstelling geldt ook voor de profielvakken PIE en BWI.

Het vak nask1 kan hierop aansluiten. Het gaat erom dat de leerling:

  • met de momentenwet de hefboom en het evenwicht kan uitleggen op welke manier met een kleine kracht een grote kracht wordt uitgeoefend en omgekeerd;
  • kan uitleggen hoe bij een katrol de richting van de kracht omgekeerd kan worden en de grootte van de kracht verminderd kan worden;
  • in constructies optredende krachten kan onderscheiden, hierbij aangeven welke krachten op elk voorwerp worden uitgeoefend en de netto-kracht op een voorwerp aangeven of berekenen;
  • een kracht weergeven als een vector en hiermee krachten samenstellen en ontbinden in constructies;
  • de ligging van het massamiddelpunt bij een homogene balk en staaf bepalen en weten dat in dat punt de resultante van de zwaartekracht aangrijpt.

4. Kracht en veiligheid

Bij het profielvak M&T staat het voertuig centraal. De leerling moet:

  • de wielophanging en veersysteem controleren, beoordelen en vervangen;
  • banden en wielen controleren, beoordelen, vervangen, repareren en balanceren;
  • delen van de carrosserie inbouwen, uitbouwen en afstellen.

Het vak nask1 kan hierop aansluiten. Het gaat het erom dat de leerling:

  • verschillende soorten krachten kan herkennen en hiervan de werking en toepassing beschrijven;
  • de krachten herkennen en samenstellen die een rol spelen bij een beweging langs een rechte weg;
  • verschijnselen van traagheid verklaren, die zich bij snelheidsverandering voordoen;
  • de werking van constructies uitleggen die de nadelige effecten van een botsing verminderen;
  • omstandigheden herkennen die invloed hebben op de veiligheid tijdens het rijden;

de druk van een voorwerp berekenen,

5. Elektrische schakelingen

Zowel bij het profielvak PIE als M&T bouwt een leerling een elektrische schakeling en beproeft die.

De leerling voert bij het vak PIE de volgende activiteiten uit:

  • elektrische componenten in een practicum opbouwen en aansluiten;
  • het leidingnet van een huisinstallatie aanleggen, bedraden en aflassen;
  • voor een basislichtschakeling schakelaars en wandcontactdozen monteren en aansluiten;
  • verlichtingsarmaturen voor een huisinstallatie aansluiten en afmonteren;
  • elektrische huishoudelijke verbruikstoestellen aansluiten;
  • een huisinstallatie met huishoudelijke toestellen in bedrijf stellen.

De leerling voert bij het profielvak M&T de volgende activiteiten uit:

  • eenvoudige elektrische schakelingen maken en metingen uitvoeren;
  • verlichtings- en signaleringssystemen controleren, repareren en volgens eenvoudige schema’s aansluiten;
  • comfort- en veiligheidssystemen controleren.

Het vak nask1 kan hierop aansluiten. Het gaat erom dat de leerling:

  • in elektrische schakelingen de onderdelen naar aard en functie onderscheiden en de symbolen ervan kan herkennen;
  • het principe van een gesloten stroomkring toepassen in serie- en parallelschakelingen;
  • kan uitleggen hoe een stroomkring beveiligd kan worden;
  • het onderscheid kan noemen tussen geleiders en isolatoren in praktische toepassingen.

6. Duurzame elektrische apparaten

Het gaat er bij de profielvakken voor techniek om dat een leerling: economisch bewust en duurzaam omgaat met materialen en middelen. Het gaat hierbij om het gebruik van materialen, gereedschappen/apparaten tijdens het bewerken en verwerken van materialen en het onderhoud.

Het vak nask1 sluit daarbij aan. De leerling moet een beargumenteerde duurzame keuze voor een elektrisch apparaat kunnen maken. Hij moet daarbij:

  • een beargumenteerde keuze maken uit gelijksoortige elektrische apparaten ten aanzien van energiegebruik, rendement, capaciteit, levensduur en veiligheid,;
  • het vermogen van apparaten, het totale vermogen en het energieverbruik berekenen in serieschakelingen en parallelschakelingen;
  • het totale energiegebruik van elektrische apparaten meten met een kWh-meter en energiekosten berekenen: kWh en joule.

7. Elektromotoren

Bij het profielvak M&T gaat het er om dat leerlingen:

  • elektromotoren (op een practicumbord) aansluiten;
  • metingen aan elektromotoren uitvoeren;
  • elektromotoren inbouwen, uitbouwen en testen;
  • diverse elektromotoren benoemen en omschrijven (ook met behulp van een digitale simulatie). Het gaat hierbij om een startmotor, ruitenwissermotor, koplamphoogte-verstelmotor, raambedieningsmotor, kachelventilatormotor, laadklepmotor en een motor voor elektrische voertuigaandrijving

Tijdens het vak nask1 gaat het erom dat de leerling inzicht krijgt in de elektromotor. Daarnaast wordt aandacht besteedt aan generatoren (dynamo’s) en transformatoren die voor wat betreft hun bouw verwant zijn. De leerling kan:

  • basisbegrippen van magnetisme kennen en toepassen bij de dynamo, transformator, luidspreker, relais en reedcontact;
  • de onderdelen van een transformator benoemen.

8. Automatische systemen

Er komen steeds meer apparaten om ons heen die online werken. Denk aan slimme apparaten met internetverbinding, zoals een thermostaat, koelkast, beveiligingssysteem, wasmachine of auto. Ze vormen samen een groot ‘internet of things’, oftewel het internet der dingen.

Daarnaast zijn er programmeerbare machines die zelfstandig taken uitvoeren. Deze robots zijn vaak uitgerust met sensoren zoals camera’s, thermometers en lichtmeters om zo nodig hun programma aan te passen op basis van hun omgeving. Robots zijn aanwezig in alle uithoeken van onze samenleving. Industriële robots bijvoorbeeld zijn er in alle soorten en maten en doen verschillende taken. Bijvoorbeeld lassen, transporteren, 3D-printen, verven en producten in elkaar zetten. Ze werken niet alleen sneller, efficiënter en preciezer, maar maken het ook veiliger voor mensen.

Het gaat er bij PIE onder andere om dat de leerling:

  • een besturingsinstallatie (in een practicum) kan opbouwen. Met gebruikmaking van: pneumatische en elektro-pneumatische componenten, een programmeerbaar relais. sensoren en actuatoren.

Het vak nask1 kan hierop aansluiten. Het gaat het erom dat de leerling:

  • in elektrische schakelingen de onderdelen naar aard en functie kan onderscheiden en de symbolen ervan herkennen;
  • schema’s van schakelingen kan gebruiken, interpreteren en aanpassen, en de werking van de componenten verklaren.

 

Terugkoppeling

Terugkoppeling 2021 • nummer 2