<title>NVON</title>

Informatie voor de pers actieweek "Tijd voor Betekenisvol Bètaonderwijs"

De Tweede Kamer debatteert op 16 oktober over het Masterplan basisvaardigheden en het curriculum. Belangrijk, en goed voor Nederland. In de Kamerbrief gaat het ook over de ontwikkeling van nieuwe examenprogramma's voor vmbo, havo en vwo. Basisvaardigheden krijgen veel aandacht en tijd, terwijl inhoudelijke profielvakken tijd inleveren. Daarmee gaat het onderwijs inhoudelijk achteruit en blijven basisvaardigheden zonder betekenis.

 

Docenten uit voortgezet- en hoger onderwijs voeren actie. Zorg dat de (bèta)vakken tijd hebben om basisvaardigheden in verbinding met vakinhoud te onderwijzen. Dat geeft oneindig veel meer betekenis aan het onderwijs. Het geeft vaardigheden de betekenis voor de maatschappij die ze nodig hebben. Iedere leerling is vaardig, maar leert die vaardigheden gebruiken in samenhang met vakkennis. Dat is op ieder niveau noodzakelijk voor de toekomst van Nederland, die grote behoefte heeft aan bèta-technisch opgeleide mensen.

De boodschap is samengevat in een formule, zoals natuurwetenschappen dat vaak doen. De formule staat voor: 4 (basis)vaardigheden plus (bèta)vakinhoud geven oneindig veel meer betekenis aan het onderwijs. Bètavakken vragen om Tijd voor Betekenisvol Bètaonderwijs. Met tegels wordt uitgelegd wat die basisvaardigheden inhouden, hoe de bètavakken daar aandacht aan besteden en waarom deze vaardigheden binnen de bètavakken thuis horen.

Leraren in voortgezet en hoger onderwijs schrijven deze formule op het bord en bespreken met hun leerlingen waar het om draait. Onderwijs vraagt tijd, en leerlingen hebben recht op tijd om belangrijke vakinhoud te kunnen aanleren. De vaardigheden die we bij de bètavakken aanleren zijn voor Nederland onmisbaar. Leerlingen moeten vlieguren maken om zich de (soms lastige) vaardigheden eigen te maken. Tijd voor het oefenen van méér dan basisvaardigheden in verbinding met de vakinhoud, geeft het onderwijs oneindig veel meer betekenis.

Leraren voeren de actie in de week van 7 tot 11 oktober, rondom het NVON Bèta en Technologie Festival 9 oktober in Den Bosch. Kijk op de actiepagina.

Wat is er aan de hand? Achtergrondinformatie over basisvaardigheden en curriculum

Voor de actualisatie van het curriculum voor de examenvakken in de natuurwetenschappelijke vakken van vmbo, havo en vwo heeft het ministerie van OCW een werkopdracht opgesteld. Het concept hiervoor is in 2020 voorgelegd aan de Wetenschappelijke Curriculumcommissie. Daar is ook de omvang voor ieder vak toegekend: de ontwerpruimte. Uitgangspunt is dat het stelsel (vakkenstructuur en profielen) niet verandert, vmbo opnieuw ontworpen wordt, en havo-vwo een beperkte actualisatie krijgt. In het voorstel werd 5 procent van de ontwerpruimte bestemd voor basisvaardigheden die bij alle vakken een plek moet krijgen. Dit voorstel is voorgelegd aan het veld. In de toekenning van ontwerpruimte zijn alle profielvakken even groot gemaakt. Biologie en natuurkunde bij havo en vwo leveren tijd, terwijl dat in het ontwerp van de profielen juist de grotere kernvakken zijn (en onderdeel van het stelsel). In de definitieve werkopdracht uit 2022 aan SLO heeft het ministerie de 5% ruimte voor basisvaardigheden toegekend aan vakken in het gemeenschappelijke deel (wiskunde, maatschappijleer, Nederlands). Daarmee vermindert de tijd om basisvaardigheden in alle (ook profiel)vakken te kunnen aanbieden. Dit resulteert in een flinke krimp bij biologie en natuurkunde op havo en vwo , waardoor deze vakken ook grote inhoudelijke veranderingen moeten doorvoeren. Dit is strijdig met het uitgangspunt van een beperkte actualisatie.

Inbouwen van basisvaardigheden in het onderwijs

Basisvaardigheden worden nu op alle niveau's ingebouwd in de schoolvakken, van basisonderwijs tot universiteit. Maar in de politiek, en in reactie daarop de plannen van het ministerie van OCW, worden de basisvaardigheden zó belangrijk gemaakt,  dat dit ten koste gaat van de vakinhoud in het vmbo, havo en vwo. Biologie, natuurkunde en scheikunde leveren tijd in, om bij algemene vakken aan basisvaardigheden te werken. Basisvaardigheden worden zo losgekoppeld van vakinhoud. De formule van de actieweek geeft aan dat basisvaardigheden in verbinding met vakinhoud het onderwijs oneindig veel meer betekenis geeft.

Zorgen en oplossingen

De zorgen over deze krimp bij bètavakken zijn door vakbonden, universiteiten, onderwijs vakverenigingen en vakorganisaties bij SLO en ministerie van OCW onder de aandacht gebracht. Naast zorgen, zijn bij het ministerie ook mogelijke oplossingen aangedragen. Het is aan de Tweede Kamer om te besluiten welke opdracht het ministerie krijgt om knelpunten en onbedoelde schadelijke effecten in de uitvoering van deze plannen te herstellen. De vele vragen, die door de vaste kamercommissie OCW in aanloop naar het debat gesteld zijn, laten zien dat er wat aan de hand is. De curriculumvernieuwing moet door gaan: leerlingen verdienen een actueel lesprogramma. Maar schadelijke effecten, zoals krimp van (met name) bètavakken, moeten gecorrigeerd worden.

De afronding van een nieuw curriculum hoeft hierdoor geen vertraging op te lopen. Er is nu een fase van beproeven van het nieuwe curriculum, en daar is nog voldoende ruimte om in samenspraak met leraren, experts, SLO en ministerie de omvang van ieder vak te bepalen. De tijd voor basisvaardigheden moet verbonden worden aan de inhoudelijke profielvakken. Dat is effectiever, vermindert overladenheid en zorgt voor goede aansluiting bij niveau en belangstelling van leerlingen. De vakinhoud van bètavakken in de profielen moet niet verdwijnen om basisvaardigheden vervolgens apart te oefenen. Leraren en scholen moeten daar zelf keuzes in kunnen maken. De ontwerpruimte verdeelt de totale studielast over vakken. Op grond hiervan bepalen scholen hoeveel lessen (contacttijd) er voor elk vak op het rooster staat.Toewijzen van lesuren op basis van de beschikbare studielast is een keuze van de scholen. Ook in deze toewijzing is het belangrijk dat de bètavakken voldoende contacttijd behouden om leerlingen succesvol voor te bereiden op hun vervolgstudies.

Waarom basisvaardigheden in verbinding met bètavakken?

Ons land is nergens zonder mensen die goed opgeleid zijn in natuurwetenschap en techniek. Belangrijke maatschappelijke problemen pakken we aan door gebruik te maken van de kennis uit de bètawereld. Voedsel, vervoer, energie, gezond drinkwater, duurzame landbouw en gezondheid: iedere burger heeft er dagelijks mee te maken. Het maatschappelijke debat vraagt om mensen die mee kunnen denken, werken en beslissen over deze onderwerpen. Dat is burgerschap. Computers en slimme ICT worden ook gemaakt door technici met een opleiding in de bètavakken. Begrijpen hoe dat werkt en hoe je er mee om gaat is digitale geletterdheid. En alles wat we bespreken, beschrijven en berekenen gebeurt dankzij vaardigheden in taal, rekenen en wiskunde. Burgerschap, digitale geletterdheid, taal en rekenen-wiskunde zijn basisvaardigheden. Belangrijk, óók in de bètavakken. Daarmee zijn ze veel beter voorbereid op vervolgstudies en kunnen méér jonge mensen met succes zo'n opleiding afronden.

De basis daarvoor wordt gelegd in basis- en voortgezet onderwijs. Met de vernieuwing van het curriculum wordt dat onderwijs in de komende jaren veel actueler en samenhangender en is er over de hele breedte aandacht voor basisvaardigheden. Hierin doorslaan, en de bètavakken in de bovenbouw nu kleiner maken, zorgt voor een onherstelbare uitholling van de kwaliteit van het onderwijs dat we zo hard nodig hebben.

Zoals de basisvaardigheden nu in nieuwe bovenbouw-programma's uitgewerkt zijn is zeer beperkt. Burgerschap gaat over onze democratie, digitale geletterdheid is goed kunnen omgaan met digitale informatiebronnen. Taal en rekenen worden losgekoppeld van de inhoud, zodat leerlingen niet de kans hebben vaardigheden te trainen in samenhang met vakinhoud. Déze aandacht voor basisvaardigheden is een verschraling en doet de inhoudelijke kwaliteit van het onderwijs geen goed.

Kernvakken in de profielen

De actie richt zich op de voorstellen die nu gedaan worden voor eindtermen vmbo, havo en vwo. Er is tijd gereserveerd om op school te werken aan basisvaardigheden. Door de keuze van het ministerie om tijd voor basisvaardigheden aan algemene vakken toe te voegen (waaronder Nederlands en Maatschappijleer), en tegelijkertijd de kernvakken van de profielen tijd te laten inleveren. Natuurkunde en biologie zijn kernvakken van de profielen, die nu een stuk van hun vakinhoud kwijtraken. Leerlingen krijgen dan méér Nederlands, maar krijgen niet de ruimte om hun taalvaardigheid op hun toekomstige vakgebied te ontwikkelen. Taalvaardigheid vraagt óók om vaktaal, en die wordt ontwikkeld in de profielen. Bij Nederlands leer je niet om een goed verslag voor natuurkunde te maken. En Engelstalige bronnen over energietransitie leer je niet lezen door je nóg meer in Shakespeare te verdiepen. 

Evidence en motivatie

De politiek wil graag dat er onderwijsmethoden gebruikt worden die werken, ofwel evidence informed. Wat werkt is het oefenen van vaardigheden in samenhang met vakinhoud. En: het verder ontwikkelen van vaardigheden bij vakken die je gekozen hebt, zorgt dat je verder kunt bouwen aan je kennis én vaardigheden. Extra tijd besteden aan algemene vakken om taal en burgerschap te versterken verhoogt de motivatie niet. Voor begrip van tekst, meedoen in een debat of doorzien van nepnieuws helpt het weinig als je nog meer leest, debatteert of grasduint in sociale media. Hier is kennis van zaken nodig, en het is aangetoond dat kennis van een onderwerp zorgt voor begrip, meepraten en doorzien van onzin, en dat daardoor het niveau van vaardigheden enorm versterkt. Binnen profielvakken kan gewerkt worden op het niveau dat leerlingen hebben en in een context die hen boeit.

Onderwijs in basisvaardigheden in verbinding met vakken in de profielen zorgt voor oneindig veel meer betekenis aan het onderwijs. Alle leerlingen volgen profielvakken, dus alle leerlingen krijgen ook de basisvaardigheden. Zo krijgen vaardigheden de betekenis voor de maatschappij die ze nodig hebben. Iedere leerling is vaardig, maar leert die vaardigheden gebruiken in samenhang met vakkennis. Dat is op ieder niveau van betekenis voor de toekomst van Nederland.

Er is tijd nodig betekenisvol te werken aan basisvaardigheden binnen de bètavakken.

Tijd voor Betekenisvol Bètaonderwijs.