Vraag 20 |
||
---|---|---|
Door: Ad Mooldijk
|
Datum:
Zondag
12
mei
2019,
20:39 uur
Noteer hier uw vragen of commentaar bij deze vraag. |
Antwoord: |
||
---|---|---|
Door: Kortstra
|
Datum:
Maandag
13
mei
2019,
22:39 uur
Wat als het antwoord is: T=2π• √m/C en de conclusie dus nee. |
||
Door: van Garderen
|
Datum:
Dinsdag
14
mei
2019,
09:10 uur
komt in de landelijke vergadering vanmiddag vast aan de orde.
discussie zal gaan over het inzicht. De vraag gaat over een misconcept. Als dat misconcept ver weg staat van een leerling, dan is het moeilijk om expliciet op te schrijven dat de massa niet verandert. dat geeft allerlei antwoorden.
Ik wacht even de notulen af |
||
Door: Bas Metselaar
|
Datum:
Dinsdag
14
mei
2019,
22:47 uur
Een van mijn leerlingen zegt dat er in de ruimte geen luchtweerstand is en deze de trillingstijd dus niet zal beinvloeden (impliciet op aarde wel). Er wordt in de vraag wel gesproken over nauwkeurigheid, maar niet over de plaats van het gebruik van de stemvork in de ruimte. het zou dus in vacuum kunnen zijn. Ik heb de neiging om de volle punten toe te kennen. |
||
Door: Ade Hoekstra
|
Datum:
Woensdag
15
mei
2019,
08:33 uur
Bas; zelfde doen paar van mijn leerlingen. Ik twijfel en nvon zegt er niets over...... ideeen? |
||
Door: van Garderen
|
Datum:
Woensdag
15
mei
2019,
09:26 uur
Maar als er wel luchtweerstand is, dan is de trillingstijd nog steeds hetzelfde. Dus de leerling gebruikt een natuurkundig invalide argument. Dan gaat er bij mij wel een punt af hoor. Een leerling die niets zegt over de massa krijgt bij mij trouwens ook niet alle punten. Tenzij er bijvoorbeeld staat: Er staat niets in de formule dat verandert of er is geen grootheid die in de ruimte verandert.
|
||
Door: Borgonjen
|
Datum:
Woensdag
15
mei
2019,
10:48 uur
Verschillende van mijn leerlingen geven wel expliciet aan dat de veerconstante in de ruimte niet anders is, en dus de trillingstijd niet verandert. Mijn voorstel zou zijn om het eerste punt toe te kennen als uit het antwoord (impliciet) blijkt dat het inzicht in het constant zijn van m aanwezig is. |
||
Door: Hutjens
|
Datum:
Woensdag
15
mei
2019,
14:54 uur
Als een leerling redeneert: C is afhankelijk van Fz en dus is T afhankelijk van plaats in de ruimte, verdient deze dan wel het punt voor consequente conclusie? |
||
Door: Wolter van der Velde
|
Datum:
Donderdag
16
mei
2019,
10:20 uur
In de notulen staat dat het tweede bolletje nog wel te verdienen is als er geredeneerd wordt met een veranderende massa. Dit maakt het volgens mij bijna onmogelijk om het tweede bolletje niet te verdienen. Bijvoorbeeld het antwoord: Dit slaat nergens op maar het tweede deel van de zin is een consequente conclusie, dus tweede bolletje verdiend? |
||
Door: van Garderen
|
Datum:
Donderdag
16
mei
2019,
12:21 uur
Zonder massa werkt het ding niet, dat zou de consequente conclusie moeten zijn. Het landelijk verslag is een handreiking en niet bedoeld om alles maar goed te rekenen. Wij proberen individuele gekkigheden buiten het verslag te houden en zo kan het ook gelezen worden. Dus een leerling die zegt de massa wordt minder in de ruimte, dus er is een aanpassing nodig (en dat komt wel veel voor) krijgt 1 punt. Overigens is het niet het landelijk verslag, maar het CV dat het tweede bolletje geeft voor een consequente conclusie. Dat betekent dus inderdaad dat het aan de corrector is om te beoordelen of de de conclusie consequent is met de onzin uit het eerste bolletje. Als de leerling niet het misconcept (massa in de ruimte is kleiner) maar echte onzin uitkraamt, zoek ik persoonlijk altijd wel een manier om de conclusie niet consequent te vinden.
|
||
Door: Borgonjen
|
Datum:
Donderdag
16
mei
2019,
15:29 uur
Helaas is er geen uitspraak gekomen over het geval de leerling alleen de impliciete uitspraak over m doet via C: C verandert niet dus T ook niet. Ik ben benieuwd of ik de enige ben die aan zo'n antwoord meer punten (nl: 2) zou willen toekennen dan aan het foute antwoord dat m wel verandert, en dus T ook. |