Wat als een leerling alleen Fz heeft getekend, maar deze wel in beide situtaties even groot heeft getekend... Strict genomen zijn alle krachtvectoren dan even lang... 2e bolletje wel geven?

@hutjens

Ja die is spannend. Letterlijk mag het natuurlijk, alle krachten zijn even lang. Maar we weten dat dit punt gaat over het inzicht dat de momentkrachten even lang blijven.

Persoonlijk zou ik het wel geven, je moet je aan het voorschrift houden. Maar ik zou niet verbaasd zijn als er protest zou komen.

Ik heb een leerling die de dubbele pijl tussen P en Q genegeerd heeft en P en Q als punten beschouwt. Hij stelt dus dat de gestrekte arm omhoog gaat  - in de richting van punt P. Hij verduidelijkt dat met een schets, naast de betreffende zin. Klik hier voor foto.
In de algemene regels staat onder punt 4 (dit gaat over meerkeuze) 'Als het antwoord op een andere manier is gegeven. maar onomstotelijk vaststaat dat het juist is, dan moet dit antwoord ook goedgerekend worden'.
Wat te doen?

Hee die regel is me nooit opgevallen. Er zijn (waren) natuurlijk niet vaak MC vragen. Een andere manier kan dus ook een kleine letter zijn. Als die onomstotelijk is (bijv. c, b (a kan op d lijken)).. dan mag je die ook goedrekenen? Ik dacht dat dat altijd een jammer maar helaas was.

Ik vind hier wel onomstotelijk bewezen dat de leerling 'met de klok mee' bedoelt. Dus goed m.i.

<edit> grappig bedoelde maar slecht gevallen opmerking weggehaald
 

Dank je.

In de notulen staat "De vector op de vierde hand niet getekend of korter": tweede bolletje weg.

Maar wat gebeurt er met het derde bolletje als de kracht op de ingetrokken hand niet is getekend en (daardoor) de arm van deze kracht ook niet getekend is?
Vervalt dat ook of is die nog te geven als van de *wel getekende* krachten de arm wel getekend is?

@Monsees 

Ik ben geneigd het derde bolletje te lezen als "inzicht dat iedere arm de kortste afstand tussen D en de werklijn van de getekende kracht is". Dus als er één kracht ontbreekt (of twee?), dan kun je dat derde bolletje nog wel scoren. 

Let op dat in het originele cv een opmerking stond waardoor het antwoord "... kleiner ... Q" alleen het vierde bolletje opleverde als de krachtvectoren omhoog getekend waren, maar dat dankzij de aanvulling op het cv bij het antwoord "... kleiner ... Q" altijd het vierde bolletje mag worden toegekend, ook als het volstrekt inconsequent is met de tekening.