Vraag 07

Vraag 07

Door: Ad Mooldijk | Datum: Zaterdag 14 maart 2020, 21:25 uur

Plaats hier uw vraag of reactie of mening.

Antwoord:

Door: Borgonjen | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 07:53 uur (Bewerkt op: 29-05-2021 08:02)

Aflezen bij λ = 5,3 mm en verder goed uitwerken levert ook laatste deelscore op.
Zie daarvoor het artikel "de letter en de geest" (Examenblad natuurkunde 2015 voor de link)

Door: Karin Roeleveld | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 09:32 uur (Bewerkt op: 29-05-2021 09:43)

Ik vind de marge in deze opgave raar gekozen. De maximale golflengte is 1,05mm. Een leerling die 1,0 afleest valt buiten de marge, maar een leerling die 1,2 afleest valt binnen de marge....

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 09:40 uur

Misschien hebben ze dat zo gekozen omdat de grafiek bij het snijden van de roosterlijn op 1,0 mm nog duidelijk stijgend is, en 1,0 mm dus in elk geval niet de piekgolflengte is? Maar een bovengrens van 1,2 mm is wel heel royaal, want daar snijdt de grafiek alweer de horizontale roosterlijn...

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 09:48 uur

Golflengte afgelezen als 1,1·103 meter (dus verkeerd omgerekend naar m) kost het 1e scorepunt. Netjes verder rekenen geeft T = 2,6·10–6 K, buiten de marge, maar hier wil ik wel gewoon het completeerpunt voor geven.

Bij omrekenfout van mm naar m en verderop nog een andere reken-/eenheid-/significantiefout gaat zowel het 1e als het 3e scorepunt verloren.

Toch?

Door: Martijn van Aken | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 11:25 uur

@Garmt Volgens mij zit het zo: als niet specifiek bij een bolletje staat HOE iets moet worden afgelezen, is de juiste plek (de top dus) aflezen in principe goed. Zeker als 1,1 mm wel genoemd is. Maar zelfs als dat niet zo is (dus alleen labda max is 1,1 10³ m, is het duidelijk dat de top is gebruikt om af te lezen, inzicht van labda max. Het omrekenen naar meter valt dan (samen met latere fouten) in het complementeerbolletje.

Als er dus in het CV had gestaan: 'aflezen van labda max met labda max 1,05 mm (+ afwijking)', dan zou 1,1 10^3 m fout zijn, maar 1,1 mm  = 1,1 10³ m wel weer goed!

Wat m.i. met het eerste bolletje beloond wordt is dat de leerling weet dat hij de top moet aflezen en weet hoe de schaalverdeling werkt (en daarom dus 1,0 niet goed omdat dit geen enkele afleesvaardigheid vergt).

Door: Offerhaus | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 15:09 uur

Een aantal leerlingen bepalen de opp onder de grafiek, interpreteren dit (terecht) als een intensiteit van warmtestraling en gebruiken I=sigma*T^4. Ze benoemen niet dat die formule geldt voor de oppervlaktetemperatuur van een warmtestraler, waar volgens mij de oorzaak zit dat deze uitwerking niet uitkomt op de juiste temperatuur. Of is het de oppervlakte onder de rest van de grafiek die verwaarloosd wordt?
Ik zou geneigd zijn toch 1 of 2 punten toe te kennen, terecht?

Door: Martijn van Aken | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 16:34 uur

Die formulie is voor de intensiteit aan het oppervlakte van de bron van de straling. Komt uit P = o A T^4, waarbij A dan het oppervlakte van de bron is die weer weggedeeld wordt voor I. Die is hier lastig omdat het om achtergrondstraling gaat (dus van 'overal'). Daarom de definitie in de opgave dat je het toch als een 'voorwerp' moet zien.

De leerling bepaalt dus een ontvangen intensiteit, en die is alleen maar gelijk aan de I uit bovenstaande formule OP het oppervlak van het voorwerp en daar gaat het scheef. Er hoort voor deze oplossingsmethode nog een kwadraten-wet factor overheen. En daar is in de opgave geen sprake van.

Ik denk dus niet dat je punten kan toekennen.

Door: Pier Siersma | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 17:22 uur

Bij het completeren van de opgaven hoor ook de eenheid, moet ik oK dan fout rekenen?
Want vinden jullie?

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 17:39 uur

°K is niets, dus fout. Hard maar waar.

Door: Offerhaus | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 17:56 uur

@Martijn van Aken
Ik snap dat het fout gaat, en dat dit te maken heeft met het verschil tussen de intensiteit aan het oppervlak van de bron en de opgevangen intensiteit. Van de andere kant wordt de leerling verondersteld van een nieuw geïntroduceerd begrip te weten waar de grenzen van de analogie liggen. Uitgaande van de gedachte dat de achtergrondstraling overal vandaan komt, is het helemaal niet zo'n raar idee om de kwadratenwet buiten beschouwing te laten. In de lessen over warmteafgifte door straling  komt ook wel eens de balans ter sprake tussen warmafgifte aan de omgeving en warmteopname uit de omgeving, waarbij ook de kwadratenwet niet tersprake komt.

De vraag is dus: slaan deze leerlingen de plank vollledig mis, of zien ze een punt over het hoofd? 

(De opmerking dat de formule voor I voortkomt uit die voor P vind ik wel intrigerend. Heeft die voor P een hoger waarheidsgehalte?)