@Martijn, eens

@Borgonjen
Ik zie het derde bol niet als onderdeel van de tekening. Als een leerling aangeeft dat de stroomsterkte door de panelen 2,7A is, dan scoren ze m.i. dit punt....

ik heb een leerling die alles volgens CV doet. de bovenste schakeling tekent, maar bij de bovenste 3 staat de + rechts en bij de onderste 3 de plus links. hij tekent geen aansluitpunten.

Ik neig naar 4 pt

@deGroot 
Oei, staan dan niet alle 6 Panelen in serie (dus geen 2e bol) + kortsluiting? De spanning is dan ook geen 36 V. Geen idee of je uberhaupt nog een spanning kan definieren? Er komt geen stroom uit het systeem, dus er wordt niets 'geleverd', maar als er al stroom is zou dat dus 2,7 A moeten zijn (consequent, ervan uitgaande dat de zonnecellen meer stroomproducenten zijn dan spanningsbronnen).

Denk dat 4 bolletjes zo wel erg gul is?

Wederom (door ontbreken van de +/- in het antwoordmodel) kan een leerling beter iets NIET doen dan wel doen (en dan een foutje maken).

Het zure is dat het zonder de plusjes en minnetjes wel gewoon goed zou zijn (doet het cv ook in zijn voorbeeldantwoord)...

laten we zien of er nog iemand in de forum zit...

volgens de examen wordt de spanning valk elke zonnecel "stabiel op 0,5 V geheouden". Ze zeggen niet hoe, dus het is gewoon altijd zo.

Dit betekent dat de stroom per paneel 2,7 A is. Altijd. Het werkt dan als een stroombron. Ben ik tot hier correct?

Je kan niet twee stroombronnen (van verschillende stroom) in serie schakelen. Dit weten lln niet want stroombronnen staat niet in de syllabus.

Lln tellen de stroom van de panelen in serie gewoon op, wat volgens de serie-regels niet kan, maar het wordt impliciet in de beschrijving van de opdracht.

Naar aanleiding van bijdragen van o.a. Koster/Vorselman/Linnenbank/Borgonjen

Een alternatieve oplossing voor een schakeling is inderdaad elke mogelijke serieschakeling van 3 parallel-groepen:

2-2-2, maar dus ook 4-1-1, en 1-4-1, en 1-1-4

Deze voldoen allemaal aan de opdracht en leveren (voor zover leerlingen met de info redelijkerwijs kunnen afleiden) inderdaad 36V.

De schakeling gaat zich wel raar gedragen en is niet meer oplosbaar voor de slimme leerlingen die met deze goede alternatieven kwamen. Sommigen doen het dan inderdaad via de al eerder genoemde "weg via totaal vermogen". Helaas is dat dan wel een foute oplossing, omdat de schakeling zich dan niet meer zoals beschreven gedraagt. De vraag kan dus niet volgens mij.

Kortom: twee ongewenste situaties kom ik nu tegen:

- Leerlingen met terechte "4-1-1 oplossing" die er niet uitkomen --> kost hen punten --> niet eerlijk

- Leerlingen met terechte "4-1-1 oplossing" die via totaal vermogen toch op 5,4A komen, terwijl dit bij zo'n schakeling niet correct is, dus dat is raar om goed te rekenen. 

Ik denk dat een aanvulling hiervoor gewenst is.

(of zien we iets over het hoofd... :) :) )

@Raul: leerlingen kennen wel de stroomwetten van Kirchhoff, dus daarmee moeten ze kunnen snappen dat dit niet kan.

@Wouter: leerlingen kunnen bedenken dat de schakeling zich raar gaat gedragen. Die 4 panelen parallel kunnen onmogelijk ieder 2,7 A leveren, als ze samen in serie staan met een volgend paneel dat ook 2,7 A levert. Dus er moet iets veranderen aan die stroomsterkte, maar dan kan ook de spanning niet meer 12 V zijn, dus geeft de totale schakeling geen 36 V.

De vraag is nog wel hoe je dit dan moet bestraffen. Bol 1 en 2 zijn in orde, bol 3 is sowieso niet goed, bol 4 zal lastig worden want niet consequent te krijgen, en dan ben je bol 5 ook kwijt. Bij gebruik van Ptot zou je bol 4 en 5 wel kunnen scoren, hoewel de waarde die je eruit krijgt onjuist zal zijn. Voelt niet goed om dan 2 punten te geven voor die berekening. Ik zou dan alleen bol 4 van de notulen geven, maar 5 niet.

Dus 1-4-1 schakeling geeft 2 punten als je met stroomsterktes doormoddert, 3 punten als je de slimme route via P kiest. Niet onredelijk toch?

Over het 1-4-1 alternatief:

@Garmt: Ik ben het helemaal eens met je analyse. Maar, de informatie boven de vraag stelt: "De spanning van elke zonnecel wordt stabiel op 0,50V gehouden". De leerling gaat er vanuit dat dat mogelijk is, en kan zo heel terecht op de 1-4-1 schakeling komen. Het conflict wat je vervolgens krijgt met stroomsterktes die, binnen een serieschakeling, niet overeenkomen, kan vervolgens dus inderdaad een indicatie zijn voor de leerling dat deze schakeling niet kan. Maar je kunt die panelen natuurlijk wel degelijk zo aansluiten, dus deze schakeling kan zeker wel. Maar dan geldt de zin "De spanning van elke zonnecel wordt stabiel op 0,50V gehouden" niet meer. Dus de opgave klopt dan niet. In het beste geval raakt de leerling in de war. 

Vervolgens: doorredeneren met de stelling "De spanning van elke zonnecel wordt stabiel op 0,50V gehouden" levert heel terecht via het totale vermogen (194,4W) een stroomsterkte van 5,4A op. Maar helaas: de stelling klopte voor die schakeling dus niet. Dus dat antwoord is fout, al kon de leerling dat niet weten.

Voor beide gevallen heeft leerling volledig goed geredeneerd met de beschikbare gegevens. Dus 5 punten lijkt mij het enige dat redelijk is.
Maar goed: ik volg natuurlijk het model (+ bol 4 van de notulen) --> 3pt   

Beetje jammer dat als de leerling de schakeling niet goed tekent/ er niet uit komt, dat dan ook bolletje 4 en 5 gelijk weg zijn.