@Jaap, ik heb hetzelfde:
Leerling leest 'metaal' en denkt dat het dus niet meer over constantaan gaat... (Want constantaan staat in Binas 9: Alliages (legeringen) ) 
En schrijft dan 'Stel het metaal is aluminium' en neemt vervolgens α = 4,29e-3
Berekening verder okay.

Geen idee of ik daar wat kan honoreren.

Ik pak in zo'n geval het opzoekpunt af en geef de rest wel. Inzichten zijn er, en of je nu met het ene of het andere getal doorrekent maakt ook niet uit.

@ Jaap, Bax, Garmt:  Twee leerlingen van mij idem. Echter, hadden wél de soortelijk weerstand van constantaan gevonden.

Er is voor mij maar een verklaring. Constantaan is geen "metaal" dus hebben ze bewust een willekeurig metaal genomen.

Volgens CV is p1 verloren maar door de tekst én het duidelijk wél gevonden constantaan vind ik dat niet terecht.

Bij examenloket gemeld. Voorstel op te lossen door een "metaal" (tabel 8) voor p1 toe te laten.

Is ook meteen het doorreken-probleem "constantaan niet gevonden bij 11" opgelost.

NB. De conclusie "Tess heeft geleik" heb ik toch maar goedgerekend.......

Een leerling zou moeten weten dat een legering een mengsel van metalen is. Zeker als ze constantaan al eerder hebben kunnen vinden, is dit een rare fout. Zomaar een willekeurig metaal pakken, kost dus echt het eerste punt. Je zou wel kunnen beargumenteren dat het een "doorrekenfout" van vraag 11 is als de betreffende leerling ook daar constantaan niet kon vinden. Een leerling die niet weet dat constantaan een legering is gaat zowel bij 11 als 12 namelijk in de fout.

@Nelk: je kunt natuurlijk niet alles afdekken in een syllabus, maar toch kun je je afvragen hoe een leerling zou moeten weten wat een legering is en vooral of ze moeten weten dat constantaan een legering is. Levert maar sporadisch een probleem op, maar toch: je kunt prima door het vwo heen wandelen zonder ooit van constantaan gehoord te hebben.

In de notulen staat dat het gebruik van de reciproke waarde een punt kost. Ik snap die opmerking niet helemaal. 

Zou het kunnen betekenen dat als je de verkeerde basis gebruikt voor het berekenen van het procentuele verschil (dus de waarde bij 300 grC als 100% ipv de waarde bij 20 grC), een punt verliest.

Of gaat dat te ver?

Bedoeld wordt: als je uiterekent of 1/ρ meer of minder dan 5% verandert (i.p.v. ρ zelf), dan loop je een punt mis. Ik kan me wel voorstellen dat leerlingen dat doen, omdat er eerst zo'n verder niet relevant verhaal staat over vermogen dat omgekeerd evenredig is met ρ.

En een verkeerde basis namen, is dat passabel? Als de uitkomst dicht bij 5% zou zitten, zou je een verkeerde conclusie kunnen trekken, maar nu het er zo ver vanaf zit, maakt het geen fluit uit....

Maar het voldoet niet aan de opdracht, dus dag completeerpunt!

Het is jammer dat we vrijdag bij de landelijke bespreking nog niet opgemerkt hadden dat bovenaan bladzijde 10 expliciet gesproken wordt over een metaal. Dat leerlingen zelf moeten bedenken dat het dan ook geldt voor een mengsel van metalen lijkt mij niet vanzelfsprekend. Er is niet voor niets een aparte tabel voor legeringen. Stofeigenschappen kunnen tussen metalen en legeringen ook flink verschillen, vergelijk bijvoorbeeld maar de weerstandstemperatuurcoëfficiënt van constantaan met die van de metalen waaruit het is opgebouwd. Waarom zou een leerling dan wel moeten 'weten' dat een verband zoals formule (1) in deze opgave wél identiek is voor metalen en legeringen? 

Als we dit vrijdag in de gaten hadden gehad, hadden we het aan het CvTE voor kunnen leggen. Dat is niet gebeurd, dus hebben we van hen ook geen reactie hierop gekregen. Nu lees ik dat enkele collega's dit punt zelf al hebben gemeld bij het examenloket. Zouden zij de reactie die zij krijgen (of gekregen hebben?) hier kunnen delen of samenvatten? Dan weet iedereen op het forum hoe het CvTE hiertegenaan kijkt en kunnen we het allemaal op dezelfde manier toepassen bij de correctie. Bij voorbaat dank!