Ik denk ook niet dat J fout gerekend zou moeten worden....maar het is wel waar, dat de eenheid J/mol zou moeten zijn. Gelijk aan dat als iemand de molaire massa uitrekent je niet afdoende hebt aan g. ...dus ergens is het wel logisch het zo te vragen. Maar het is in mijn ogen wel voor het eerst in lange tijd dat dit bij de vereisten van de antwoorden stond. Er lijkt een nieuwe wind te waaien waar wij niet van op de hoogte waren.

Het is ook een beetje in tegenspraak met de vakspecifieke regel 2, item 2. Want wanneder dus nu de eenheid verkeerd is, moeten bij deze vraag dus twee punten worden afgetrokken. Namelijk eerst bolletje 3 en dan Vakspecifieke regel 2.2....AAAAHHHHH.

Hier wordt geen significantie gevraagd, dus hoef je dat niet aan te rekenen. ZIe nieuwe regels significantie.

Mijn opmerking: er wordt bij bolletje drie gezegd dat ook de juiste eenheid wordt gevraagd, maar in de vraag wordt daar niet expliciet naar gevraagd. IEts voor de NVON bespreking?

Wellicht (interpretatie, altijd lastig...) bedoelt men bij eenheid dat de factor 10^5 niet mag ontbreken. Ik reken zowel J als J/mol goed overigens.

@ Schaareman: Daar zou ik als 2e corrector wel om in discussie gaan. Zou u j/kg of j/L ook goedkeuren?

@Bleeker...aan wie is die reactie over significante? Want niemand noemt die toch verder al vraag? 

Alvast bedankt.

Vreemd dat de gegeven waarde voor de vormingswarmte van MeOH afwijkt van de waarde die in Binas te vinden is.  Helemaal (of mis ik iets) omdat in de opdracht geen afwijkende omstandigheden worden vermeld en m.i. dus de eerste regel op het eindexamen geldt: er  is sprake van standaardomstandigheden en de waarde uit binastabel 57B kan gebruikt worden. Vooralsnog trek ik hier 1 punt af. Ik hoop dat hier op de kringbespreking naar gekeken wordt.

@Wouter den Boer & @Bleeker:

Volgens vakspecifieke regels #3 is de eenheid altijd verplicht dus het ontbreken ervan is inderdaad fout.

Het is overigens wel flauw dat de eenheid voorheen nooit gevraagd werd in examens omdat er altijd een eenheid in de vraag stond waarmee het leerlingen die juist wel een eenheid vermeldde vaak een punt aftrek kregen (omdat 10^3 ga niet hetzelfde zou zijn als kg...). Extra wrang is het omdat de vraag naar significantie in het examen  zelfs dikgedrukt is.

Overigens zou ik van mening zijn om als we dit gaan vragen dat "J per mol" niet is. Zeker bij vormingswarmtes zou de stof vermeld moeten worden; er zou zelfs "J per mol DMC" moeten staan.

@Kliphuis:

Deze is gegeven in de vraag ivm de fase van methanol. De waarde uit de BiNaS scheelt de verdampingwarmte.

Kost invoeren van de reactiewarmte voor de vormingswarmte van DMC het eerste bolletje?

Ja, dat lijkt me wel.