Vraag 25 |
||
---|---|---|
Door: Ad Mooldijk
|
Datum:
Zondag
30
april
2023,
21:57 uur
Plaats hier uw vragen, opmerkingen of overdenkingen. |
Antwoord: |
||
---|---|---|
Door: Joyce Derks-Lutterman
|
Datum:
Maandag
15
mei
2023,
12:27 uur
Het geven van een onjuiste structuurformule bij opg. 24 kan leiden tot een consequent fout antwoord (1e bolletje) bij opg. 25. Dus vraag 24 en 25 zijn wel gekoppeld. Staat niet in CV. Voorbeeld: Volgens structuur opg. 24 hoofdketen bestaat uit oct-1-een en dus wordt niet beschouwd als lange zijketen. Dus meer oct-1-een, dus meer evenwijdige rangschikking. Dus kunstgras wordt sterker. Hoeveel punten? |
||
Door: Mieke
|
Datum:
Maandag
15
mei
2023,
13:43 uur
Ik liep hier ook tegenaan... Ik denk dat je in ieder geval het laatste bolletje kunt geven bij een logische uitleg. Maar zou het eerste/tweede bolletje ook graag willen geven. Hoop dat er wat mogelijk is. Ben bang dat ze dan maar naar figuur 1b hadden moeten kijken. Maarja, als je daar totaal niet op uitkomt met je structuur...
|
||
Door: Saskia de Mik
|
Datum:
Maandag
15
mei
2023,
16:10 uur
@joyce, ik heb een aantal keer hetzelfde soort antwoord. Ik mis de conclusie over kristallijn of amorf, maar vind dat dit 2 punten waard is vanwege het consequente gevolg. |
||
Door: Wouter den Boer
|
Datum:
Maandag
15
mei
2023,
16:20 uur
Wat is "sterkte" nou weer voor rare eigenschap? En hoe is ordening van ketens nou micro (bolletje 2)?
|
||
Door: Saskia de Mik
|
Datum:
Maandag
15
mei
2023,
16:39 uur
Nou inderdaad... Micro betekent toch het benoemen van moleculen (atomen etc)? |
||
Door: de Goede-Aarts
|
Datum:
Dinsdag
16
mei
2023,
09:16 uur
@Joyce: de vraag is niet echt gekoppeld, omdat in figuur 1b duidelijk uitgelegd wordt dat oct-1-een voor zijketens zorgt. Ze moeten alleen figuur 1b begrijpen (en de uitleg over gevolg kristallijn. In uw voorbeeld wordt niet eengegeven waarom meer oct-1-een zorgt voor meer kristallijne delen (keten wordt alleen langer??), dus hooguit 1p voor laatste bolletje. En ketens wordt in veel examens goedgerekend als micro-term, maar ik zou idd liever ketenmoleculen willen horen (dit heb ik al eerder ergens geschreven, maar weet even niet meer waar). Ik had hem trouwens zelf fout, gebied de eerlijkheid, omdat ik het stuk over kristallijn en amorf niet gebruikt had :-(. Ik dacht dat meer zijketens zouden zorgen voor meer weerstand tussen de moleculen (als een soort haakjes) waardoor het kunstgras minder veerkrachtig zou worden. Kan volgens mij ook, maar hier moet je de tekst gebruiken (volgens correctiemodel). |
||
Door: Erwin van Ballegoij
|
Datum:
Donderdag
18
mei
2023,
11:51 uur
Kan een leerling die zegt dat meer oct-1-een zorgt voor meer zijketens (1e deelscore), zegt dat de ketens daardoor meer evenwijdig aan elkaar worden gerangschikt en concludeert dat er dus meer kristallijne delen voorkomen en dus sterker is, nog wel de 3e deelscore halen? Consequente conclusie? Lijkt mij wel... |
||
Door: Joyce Derks-Lutterman
|
Datum:
Donderdag
18
mei
2023,
13:18 uur
Ja, dat is een consequente conclusie. Alleen 2e bolletje niet gescoord. |
||
Door: Koen Tijssen
|
Datum:
Donderdag
18
mei
2023,
20:42 uur
Een leerling ziet bij vraag 23 de zijketens aan voor crosslinks en benoemt dat duidelijk in haar antwoord. Vervolgens antwoordt ze bij vraag 25 dat meer oct-1-een leidt tot meer crosslinks en dat daardoor het kunstgras sterker wordt. Volgens de aanvulling op het CV mag ik nu een consequent antwoord goedrekenen. In de gedachte van het nakijkmodel zou ik dus zeker 1 punt geven voor het inzicht dat oct-1-een leidt tot meer crosslinks. Het 3e punt zou ik niet geven, want de leerling heeft niks over amorfe of kristallijne gebieden in haar antwoord verwerkt. Maar wat zouden jullie in dat geval met het 2e scorepunt doen? |
||
Door: Loes Vermeij
|
Datum:
Donderdag
18
mei
2023,
21:10 uur
Ik heb veel lln die bij bol 1 het woord meer niet gebruiken. Toch zien ze wel hetzelfde verband. Kan ik dit dan toch toekennen? |