Vraag 25

Antwoord:

Door: Inge Roos | Datum: Donderdag 18 mei 2023, 21:43 uur

@ Loes: Er staat: 'Inzicht dat meer oct-1-een zorgt voor meer zijketens'. Ik heb het eerste bolletje soms wel toegekend aan een leerling die neit het woord 'meer' gebruikt, maar waar uit het antwoord echt wel bleek dat de leerling dat gezien heeft en zo bedoelt.

Door: François Bakker | Datum: Vrijdag 19 mei 2023, 15:09 uur

Ik heb bij het examenloket om een toelichting gevraagd bij de aanvulling op het cv waarin wordt aangegeven hoe om te gaan met de deelscores bij vraag 25 in het geval van een fout antwoord op vraag 23 of 24.

In vraag 25 staat "gebruik eventueel figuur 1 en 2"' maar de antwoorden in het correctievoorschrift zijn volgens mij alleen maar te geven als figuur 1b en figuur 2 worden gebruikt. Ik vind het vreemd dat er een testcorrectie is geweest en dat er nu een dergelijke aanvulling op het correctievoorschrift komt. Is bij de testcorrectie niet gebleken dat foute antwoorden bij vraag 23 of 24 gevolgen kunnen hebben voor vraag 25?

Door: Belgraver | Datum: Vrijdag 19 mei 2023, 17:26 uur (Bewerkt op: 19-05-2023 18:16)

Ook na de aanvulling blijft dit een nare vraag om na te kijken; de nadruk op de juiste woordkeuze is te groot / de verschillen tussen een goed antwoord en een fout antwoord te klein.

inzicht dat meer oct-1-een zorgt voor meer zijketens -> dit staat letterlijk in de tekst, maar veel leerlingen kunnen dat gegeven niet omzetten in een structuurformule. Wat wordt er dan nog in vraag 25 voor inzicht getoetst (laatstaan scheikundige kennis)?

inzicht dat de ketens minder dicht bij elkaar kunnen komen / de ketens niet netjes kunnen ordenen -> dit is het gedeelte waar de vraag eigenlijk omdraait; 1pt. Maar de resultaten uit 23 laten zien dat een grote groep dit toch al niet heeft begrepen en voor deze groep mag nu eigenlijk alles goed gerekend worden als er maar iets over ordenen staat. Er moet worden beoordeeld of er sprake van "inzicht" is; waneer is er voldoende inzicht als de conclusie zowel sterker als veerkrachtiger mag zijn voor deze groep.

• consequente conclusie met betrekking tot het aandeel amorfe/kristallijne delen en consequente conclusie met betrekking tot de veerkrachtigheid/sterkte -> wel rekening houden dat de termen amorf / kriskras doorelkaar hier synoniemen zijn, dat geldt ook voor kristallijn / evenwijdig gerangschikt. Zo worden deze voor leerlingen nieuwe termen boven figuur 2 immers gedefinieerd. Voor de conclusie moet er een stukje uit de zin onder figuur 2 herhaald worden. Hier wordt naar mijn idee ook geen scheikundekennis getoetst.

Ik heb dit deel van het examen nu twee keer nagekeken en heb punten herzien (ook door de aanvulling op cv natuurlijk) maar als ik er de derde keer naar ga kijken, denk ik dat ik weer net zo veel wijzigingen heb.

 

Door: Muller | Datum: Zaterdag 20 mei 2023, 09:59 uur

2e bol: "de ketens niet netjes kunnen ordenen"; veel leerlingen maken hiervan: ketens liggen kriskras. Reken ik op dit moment nog goed.

Door: Klaassen | Datum: Zaterdag 20 mei 2023, 12:07 uur

Ik heb meerdere leeringen die bij 24 een C=C laten zitten en er hier op terugkomen, ik vermoed analoog aan vetzuren. Dan krijg je soms een verhaal dat C=C leidt tot een knik in de keten waardoor het moeilijker ordent en dus tot meer amorfe delen leidt met een consequente conclusie. Dit valt totaal buiten CM maar kan een leerling met het erratum in de hand dan nog 3/3 scoren?

Door: François Bakker | Datum: Zaterdag 20 mei 2023, 15:29 uur

Dat vind ik het onduidelijke in de aanvulling. Moet de leerling bij een fout antwoord op vraag 23 of 24 toch iets zeggen over de zijketens voor het eerste scorepunt bij vraag 25? Ik ben er van uit gegaan dat dat moet.

 

Door: Janine Beelen-van Driel Krol | Datum: Zondag 21 mei 2023, 16:02 uur

Mijn leerlingen zien in 1b een slingerende keten, dus is die amorf. Ze zien niet in dat de keten kan bewegen. Het plaatje werkt (als je het mij vraagt) misconcepties in de hand.

Door: François Bakker | Datum: Zondag 21 mei 2023, 20:14 uur

Ik heb gevraagd om een toelichting op de aanvullling. Ik kreeg de volgende reactie: Vanwege de grote verscheidenheid aan mogelijke antwoorden op vraag 23, 24 en 25 is ervoor gekozen om de mogelijke consequentiefouten niet verder te specificeren. Het gaat erom dat de drie scorepunten van vraag 25 in de geest van het correctiemodel gescoord kunnen worden op het moment dat een leerling consequent is met zijn eigen eerder gegeven (mogelijk onjuiste) antwoord.

Oftewel zoek het zelf maar uit.