Ik herken alle problemen hiervoor genoemd. Ik hoop ook dat hier meer duidelijkheid over komt.

De opmerking onder het correctiemodel bij deze opgave maakt het niet makkelijker. Daar staat dat gebruik van een van beide methodes voldoende is om de vraag te beantwoorden, dus dan zou je zeggen dat als de leerling zegt dat 2 x 0,31 een constante is en niet meetelt voor het aantal significante cijfers (wat onjuist is), dat deze leerling bol 2 verliest, maar bol 1 zou kunnen krijgen (impliciet maakt hij gebruik van methode 2) en bol 3 nog wel zou kunnen krijgen (consequente conclusie is dan dat Jelle gelijk heeft).  Dat maar 1 van de methodes gebruikt moet worden, lijkt mij overigens niet juist, zoals eerder opgemerkt. Als je de tweede manier, dus met vermenigvuldigen, onjuist toepast, dan zou je nog naar methode 1 moeten kijken. 

Wat een vreselijke vraag om na te kijken zeg, vooral door gebrek aan helderheid van het correctievoorschrift. Ik herken ook alle problemen en weet simpelweg niet wanneer ik nu hoeveel punten mag/moet geven. Dat kunnen wel eens lastige gesprekken met de 2e corrector worden of we moeten haast unaniem besluiten er geen probleem van te maken.

Enfin, ik ben geneigd om een leerling die zegt 'Door een grotere significantie van de meetwaarde wordt L en daarmee labda ook nauwkeuriger' 2 punten te geven. Één voor inzicht 1e bolletje en 2 voor consequente conclusie. 

Zou er enige kans zijn dat cvte met een aanvulling komt?

Vreselijke uitwerking zeg. Ik ben het eens dat ik twee punten geef als ze netjes uitleggen dat het kleinste aantal significante cijfers telt en dat het dus nauwkeuriger wordt. Dat is dan van methode 2 bol 1 en 3.

Is dit al gemeld bij het examenloket? 

Zoniet, dan druk ik nu op verzend.... 

Dat had ik gewild, maar de verzendknop werkt niet.... niet ingediend dus bij het examenloket.... :-(