"De stroomsterkte in beide parallelle taken is even groot" lijkt me onvoldoende (en ook niet noodzakelijk) voor "de stroomsterkte in de motor is nul". Door te spreken over "de" stroomsterkte in een tak neemt men al aan wat nu juist moet worden uitgelegd: dat I_motor=0. Als I_motor ongelijk nul is, is I_R2 immers ongelijk aan I_LDR2 en is "de" stroomsterkte in de rechter tak niet eenduidig bepaald. Als de eerste zin het volledige antwoord is, lijkt me dat onvoldoende voor 2 scorepunten.

"Weerstand in beide takken is even groot en dus ook de stroom (impliciet gelijke spanning)" vind ik voldoende geredeneerd.

Nvon landelijk 2e streepje is onjuist,bij verwisseling van LDR en weerstand loopt er wel een stroom door de motor, maar dan zijn de stromen ook niet gelijk, het hele plaatje verandert, zie som 3. Een leerling kan niet meer noemen dan de symmetrie, houdt ook de symmetrie van spanningen in natuurlijk, is dus eigenlijk niet in 2 bolletjes uit te splitsen. De moeilijkheid zit niet in de vraag , maar in het antwoordmodel

Antwoord dat de stromen in beide takken gelijk zijn wordt door Utrecht terecht als onvoldoende beoordeeld. Wat er in het te geven antwoord dan nog bij hoort is de vaststelling dat omdat R1=R2 en ULDR1=ULDR2 ook de spanningen hierover gelijk zijn en dus over de motor geen spanning staat en dus geen stroom zal lopen.

Het is NIET voldoende te melden dat er door beide takken evenveeltroom gaat.

als in een van de takken de weerstand en LDR omgewisseld worden, loopt er wel stroom door de motor.