Vraag 19

Vraag 19

Door: Ad Mooldijk | Datum: Maandag 22 april 2024, 14:44 uur

Plaats hier uw vragen, opmerkingen of overdenkingen.

Antwoord:

Door: Pier Siersma | Datum: Vrijdag 17 mei 2024, 12:13 uur

Veel handige leerlingen die vergelijken met H(zeta), want die is 1. Dan kan het 2e bolletje bijna onzichtbaar zijn wat het nakijken lastig maakt.

Door: Reeuwerd Straatman | Datum: Vrijdag 17 mei 2024, 14:57 uur (Bewerkt op: 17-05-2024 14:59)

Als ze Hγ aflezen uit figuur 5, dan moeten ze alsnog in figuur 4 bij de reciproke waarde daarvan aflezen. Ze doen dan 113,8. Dat is technisch gezien ook de verhouding Hζ/Hγ uit figuur 5. Dus het tweede bolletje kan op basis daarvan gegeven worden m.i.

 

Waarschijnlijk mag het tweede bolletje impliciet.

 

Wat ik vooral bijzonder vind is de ruime foutmarge bij deze vraag. Dat is een halve centimeter (!) op de horizontale schaal van figuur 4. Dat is wel heel veel, of niet?

Door: Monsees | Datum: Vrijdag 17 mei 2024, 22:47 uur

Er zit 3 keer aflezen in: twee keer de hoogte van een piek en vervolgens de T die bij de verhouding hoort.
Als je er 3 keer een klein beetje naast zit, gaat je eindantwoord al alle kanten op.
Ik vind de marge dus wel prima zo. 

Door: van der Veeken | Datum: Zaterdag 18 mei 2024, 13:30 uur

is inderdaad veel logischer om te vergelijken met Hzeta, dan hoef je maar 1 piek af te lezen ipv 2...

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 18 mei 2024, 13:37 uur

Je moet dan wel met de vlakste van de drie grafieken werken om T te bepalen, dat is foutgevoeliger.

Ik heb leerlingen die alle drie de verhoudingen bepalen, dat is pas netjes!

Door: Ade Hoekstra | Datum: Zaterdag 18 mei 2024, 20:13 uur

verbazingwekkend Garm; dat ze daar tijd voor hadden.....

 

Door: Gerhard van Hunnik | Datum: Maandag 20 mei 2024, 16:32 uur

als je het correctiemodel afzet in figuur 4 en 5 vind ik een T=3700 K. Dat is binnen de marge maar NIET de waarde van het correctiemodel.

Hier lijkt zich te wreken dat er met papier gewerkt wordt dat toch echt wel luchtvochtigheid gevoelig is.

Door: Meulenbroek | Datum: Dinsdag 21 mei 2024, 12:58 uur

In fig 4 lees ik af als hoogte van de pieken in mm: 3, 5, 9, 22, 69 mm

ofwel tov H-zeta is dat 0,6 - 1 - 1,8 - 4,4 - 13,8

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Woensdag 22 mei 2024, 13:51 uur

Ik stelde de volgende vraag aan het examenloket:

Waarschijnlijk zullen de meeste correctoren het eerste en tweede scorepunt gewoon toekennen als de hele vraag correct wordt beantwoord met alleen de afgelezen intensiteit van H_γ.

Maar wat als er niet verder mee wordt gewerkt, dus als de leerling stopt met schrijven na het noteren van de afgelezen relatieve intensiteit van H_γ? Is dat nog wel bol 1 waard? Wij vinden van wel. Bol 2 uiteraard niet.

En wat als de leerling verkeerd verder werkt met de afgelezen waarde,  door in figuur 4 af te lezen bij 0,138 (alsof de afgelezen waarde een percentage is)? Ook dit vinden wij bol 1 wel waard, maar bol 2 niet.

Kortom: mogen we deze gevallen behandelen alsof impliciet de intensiteit van H_ζ = 1 is afgelezen?

Antwoord: hier mogen we geen antwoord op geven, want dan gaan we op de stoel van de corrector zitten.

Ik ga er bij aflezen van alleen H_γ van uit dat impliciet ook H_ζ is afgelezen.

Door: Reeuwerd Straatman | Datum: Woensdag 22 mei 2024, 15:45 uur (Bewerkt op: 22-05-2024 16:12)

@ Gerhard: 3,7 • 10K is wel groot verschil met CV. Ik kwam zelf op 3,4 • 10K. Hoe vochtig is het bij jullie dat het papier zo uitzet?

@ Garmt: het is het proberen waard. Ik vind het persoonlijk niet genoeg dat ze alleen Hζ noteren.

EDIT: ik kom dat ook paar keer tegen. Alleen Hγ noteren en er verder niks mee doen vind ik wel echt te summier voor bol 1. Maar als een leerling zegt Hγ = 13,8 t o.v. Hζ kun je m.i. bol 1 nog wel verdedigen. Idem voor foutief doorwerken met alleen Hγ aflezen. Dan is er door de leerling wel iets gedaan met dat getal en voelt dat punt meer verdiend.

Er is blijkbaar niet nagedacht over het feit dat de meeste leerlingen Hζ als tweede waarde nemen.

Ik heb zelf een leerling die leest af Hγ = 14,8. Daarmee kom je ook nog steeds op 3,3 •10K. Ik kan alledrie de bolletjes geven. Maar het is wel erg scheel afgelezen, zo buiten de schaalverdeling... Moet je die afleesfout afrekenen, als je daarmee ruim binnen de marge valt met T?

Ik vind de afleesmarge van een halve cm in figuur 4 sowieso wel erg ruim. De meeste lln lezen Hγ af tussen de 13,7 en 14 (met bovengenoemd geval als uitzondering) en gebruiken daarnaast Hζ. Dan is een afleesmarge van 3 mm (= 0,3 • 10K) in figuur 4 meer dan genoeg.