Vraag 03

Vraag 03

Door: Ad Mooldijk | Datum: Maandag 22 april 2024, 22:27 uur

Plaats hier uw vragen, opmerkingen of overdenkingen.

Antwoord:

Door: Inge Roos | Datum: Dinsdag 21 mei 2024, 21:50 uur

Als een leerling opschrijft dat DME geen waterstofbruggen kan aangaan, zegt die dan impliciet dat water en methanol dat wel doen? En is dat dan genoeg voor het eerste bolletje?

Door: Arthur van der Heiden | Datum: Woensdag 22 mei 2024, 02:34 uur

@Inge: lijkt me niet, tenzij de leerling schrijft dat "alléén methanol en water H-bruggen vormen tussen de moleculen".

Andere vraag: Is voor het 2e bolletje nodig dat gezegd wordt dat H-bruggen het sterkst zijn of kan dat ook impliciet zijn zoals in:

"Methanol en water vormen H-bruggen tussen de moleculen (vanwege de OH-groepen). DME vormt géén H-bruggen tussen de moleculen en heeft dus het laagste kookpunt."

Door: Rembrandt de Witt | Datum: Woensdag 22 mei 2024, 09:31 uur

@Arthur: veel leerlingen doen bij mij hetzelfde. Vooralsnog geef ik het tweede bolletje dan niet, maar zeer discutabel.

Door: Wouter den Boer | Datum: Woensdag 22 mei 2024, 12:40 uur

Nou, in CV staat de term "Inzicht". Als eerst de interacties worden genoemd (H-bruggen etc) en daarna de conclusie dat dus het kookpunt dan degenen met die bindingsmogelijkheden het hoogst is....dan is het inzicht toch duidelijk? 

Laat wel in het midden of het niet overschrijven van de vraag is in plaats van zelf wat toevoegen aan info...maar het is gewoon wel antwoord op de vraag. 

Door: Acampo | Datum: Woensdag 22 mei 2024, 12:44 uur

Moet hier overal de term molecuul bij? Of is het gebruik van waterstofbruggen voldoende voor : gebruik hierbij begrippen op microniveau?

Door: de Kruif | Datum: Woensdag 22 mei 2024, 13:19 uur

Ik ben het hier eens met Wouter, een juist verhaal met H-bruggen en de conclusie "dus DME laagste kookpunt" lijkt me getuigen van inzicht dat de H-brug een sterke binding is.

 

Er staat hier niet iets over pnt aftrekken voor een term op macro-niveau zoals bij opgave 14, dus 2 begrippen op micro-niveau en de rest op macro zou passend bij de vraag zijn denk ik.Er staat immers "gebruik begrippen op micro-niveau"

Door: Schaareman | Datum: Woensdag 22 mei 2024, 13:37 uur

Het cv is hier ook weer laten we zeggen sub-optimaal. En de bolletjes komen niet overeen met het gegeven voorbeeld, de 1e optie, alleen de formuleringen links van de / dus; methanol en water wel H-bruggen, DME geén H-bruggen. Want dan is de formulering "inzicht welke interactie de sterkste binding is" wat vreemd. Dan dus maar de (eveneens vreemde want volstrekt open-deurige, maar daaruit volgende) redenering voor 2e bolletje dat geen H brug een minder sterke interactie is dan wel H-bruggen. 

Door: Schaareman | Datum: Woensdag 22 mei 2024, 13:44 uur

Dan deze; een redenering die een berekening van het elektronegativiteitsverschil tussen OH (water/methanol) en CO (DME) uitrekent (1,4 resp. 1,0) en dan concludeert dat de interactie tussen water/methanol onderling enerzijds en DME anderzijds groter is. H-bruggen niet genoemd, (soort van) dipoolmoment beredeneerd. Voldoende voor 2p of (vanwege niet gehele dipoolmoment, afstand ontbreekt..) 1p? 

Door: Connie Versluis | Datum: Woensdag 22 mei 2024, 14:46 uur

Ik heb meerdere leerlingen die beweren dat DME alleen vanderwaalsbindingen aan kan gaan. Beredeneren goed dat alleen methanol en water waterstofbruggen vormen, maar dipool-dipool van DME wordt niet genoemd. Kan het antwoord dan nog 2p opleveren (ik denk van wel aangezien alleen noemen dat DME geen H-brug kan vormen ook goed is)?

Door: Connie Versluis | Datum: Woensdag 22 mei 2024, 14:48 uur

@Schaareman 13.44 uur, ik zou hier toch voor 1p gaan. Een polaire atoombinding leidt nl niet altijd tot dipool-dipool interacties.