Antwoord: |
||
---|---|---|
Door: Reinier Maasman
|
Datum:
Vrijdag
24
mei
2024,
16:27 uur
Waarom moet bij gebruik van begrippen op macroniveau een punt worden afgeteld als het voorbeeld antwoord zelf ook een begrip op macroniveau gebruikt? Watermoleculen zijn ook zijn ook dipoolmoleculen dus zal DICHLOORMETHAAN beter oplossen doordat de interacties van moleculen dichloormethaan met watermoleculen sterker zijn". |
||
Door: Schaareman
|
Datum:
Zaterdag
25
mei
2024,
10:19 uur
@ Reinier; dat antwoord lijkt me nu precies het antwoord waarop het eerder (door Hurenkamp) aangegeven voorbeeld geldt. Er wordt 1x over dichloormethaan en 1x over dichloormethaan *moleculen* gesproken. Dus voldoende micro, niet aanrekenen. Dan; H2O is polair is mijns inziens micro. (jaja, deze discussie weer) Daarentegen is de formulering "water is polair" macro. Maar als ze èrgens water*moleculen* noemen en vervolgens steeds water (en de "moleculen" vergeten) is dat volledig in lijn met het voorbeeld dat hierboven (door Hurenkamp) is aangegeven en dus niet aanrekenen. De opmerking vermoeilijkt het nakijken en is niet consistent met vraag 3, volledig analoog, waar deze opmerking niet wordt genoemd. Dit soort dingen zijn niet uit te leggen aan derden, alleen maar als "we voeren braaf (ik zou bìjna willen zeggen slaafs...) het cv uit en kunnen daar niets aan doen". |
||
Door: Gertien Smits
|
Datum:
Zondag
26
mei
2024,
12:51 uur
(Bewerkt op: 26-05-2024 12:52)
De meeste leerlingen bij mij die goed redeneren over de twee oplosmiddelen maken dan meteen de stap van polair naar hydrofiel, "en lossen daarom goed op in water". Er staat in de vraag "leg uit, aan de hand van de microstructuur van beide oplosmiddelen, welk dan de twee oplosmiddelen het best in water kan oplossen". Leerlingen gebruiken dus begrippen op microniveau om daar te komen, vertalen dat keurig naar de stofeigenschap op macroniveau, en dus naar oplosbaarheid in water. Keurige Johnstone redenering. Nergens staat "uitsluitend begrippen op microniveau". Ik vind het dus onterecht dat het antwoordmodel vraagt naar het inzicht dat watermoleculen ook dipoolmoleculen zijn. Geldt hier: Goed antwoord is goed antwoord? |
||
Door: Wouter den Boer
|
Datum:
Maandag
27
mei
2024,
19:33 uur
Nou, ik zie niet in hoe een "platte" structuurformule niet gezien kan worden als een 4-omringing. "Inzicht dat het een 4-omringing heeft." Dat is er dan. Dat ruimteijke valt er juist dan uit bij het volgende bolletje. Anders kan je bolletje twee nooit behalen zonder bolletje 1 te hebben behaald. En dat is niet nodig.
|
||
Door: Jeroen van Leeuwen
|
Datum:
Dinsdag
28
mei
2024,
16:39 uur
(Bewerkt op: 28-05-2024 17:05)
Lekkere duidelijke vraag & c.v. weer... Vragen naar 'microstructuur' wat is dat nou weer? Wees duidelijk en vraag naar 'ruimtelijke structuur' of een '(Lewis-)structuurformule'! Vragen naar 'beide oplosmiddelen' en dan moet je ook nog de microstructuur van water benoemen. Echt weer onzin om macro in het C.V. af te keuren... als je ook 'micro' gebruikt.... En dat de 4-omringing/tetraëder van C onderdeel uit moet maken van een juist antwoord (terwijl er niet naar de 3D structuur wordt gevraagd!) is natuurlijk ook onzin.... Het gaat om de aanwezigheid van polaire atoombindingen (=micro) én de aanwezigheid van (a)symmetrie in de 3D-ruimte... Exact formuleren is ook een kunst... Overigens hoeft een 4-omringing niet te betekenen dat de hoeken allemaal 109o zijn (zie NH3 of H2O).
|
||
Door: Jeroen van Leeuwen
|
Datum:
Vrijdag
31
mei
2024,
09:34 uur
(Bewerkt op: 31-05-2024 10:20)
sorry verkeerde vraag |
||
Door: Schaareman
|
Datum:
Zondag
2
juni
2024,
14:21 uur
(Bewerkt op: 04-06-2024 08:41)
Lang leve het cv. Men wilde waarschijnlijk niet al te streng overkomen en zowel 4-omringing als tetraeder in het 1e bolletje zetten. Wat wij bij ons wel eisen als we VSEPR behandelen in 5V... Komt waarschijnlijk ook door die leuke formulering in de vraag "de microstructuur". Wees eenduidig, leren ze ons op de (ook door het Cito maar wellicht een andere afdeling) gegeven cursus toetsbekwaamheid. Als je zo nodig de ruimtelijke structuur wil hebben, geef dat dan aan in de vraag. Of is dàt nou juist de reden om 4-omrining apart te zien van tetraeder?? Terwijl deze 2 begrippen direct met elkaar verbonden zijn.... Dus nu eindeloze discussie over of het tekenen van een (dus platte want op 2D papier) structuurformule geldt als 4 omringing. Wij hebben bij ons afgesproken dat we dat niet goedkeuren zonder nadere toelichting. Maar ik zie bij de 2e correctie al wel de neiging dit wel te doen... Overigens kun je het 2e bolletje nog prima scoren als je iets plats doet, mits je de Cl-atomen bij dichloormethaan niet 180 lineair tekent. Of je tetrachloormethaan nu plat of niet plat tekent, in beide gevallen is het alsnog apolair. Uiteindelijk als 2e corrector dfe platte structuur goed gerekend terwijl ik het zelf als 1e had foutgerekend... mijn eigen 2e nog niet gesproken. Dit komt vanwege hierboven aangegeven mogelijke interpretatieverschillen, mijns inziens veroorzaakt door de (spatie) / (spatie) in het cv èn de formulering "microstructuur", dat ook in de syllabus op een andere plek staat dan de ruimtelijke structuur, dus verreweg de meeste van ons zullen, indien een 3D antwoord gewenst is, vragen naar de ruimtelijke structuur en niet naar het veel vagere "microstructuur". |
||
Door: Wouter den Boer
|
Datum:
Donderdag
6
juni
2024,
14:44 uur
Mee eens. En hoe kan je anders bolletje 1 scoren terwijl je bolletje 2 fout hebt? Anders gezegd...waar is bolletje 2 dan voor? Ik beweer dat daar het ruimtelijk inzicht in zit.
|