Plaats hier uw vragen, opmerkingen of overdenkingen.

Wat is de rest van de structuurformule?
Oftewel: waar mag ik punten voor geven als ik bolletje 1 niet kan geven?

@Mieke, geen idee, zelfde vraag hier

De examenlijn zegt:

Dank voor uw bericht. Helaas kunnen wij geen eenduidig antwoord geven op uw vraag. Wij zouden hiermee onbedoeld een aanvulling op het correctievoorschrift kunnen geven, en dat is niet de bedoeling. Wij zijn van mening dat de formulering van het correctievoorschrift duidelijk genoeg is om leerlingen op een eerlijke manier van scorepunten te voorzien. U kunt met de tweede corrector in overleg gaan om te voorkomen dat er te rekkelijk of te precies wordt nagekeken

Hopelijk vanmiddag meer duidelijkheid bij de kringbespreking.

Ik pas het als volgt toe:

Als een leerling een aminozuur met 5 koolstofatomen tekent maar bijvoorbeeld een H-atoom mist in de bovenste aminogroep geef ik het 1e scorepunt.

Als een leerling geen juist aminozuur tekent, bijvoorbeeld omdat de aminogroep ontbreekt of een CH₂ groep maar wel een structuurformule tekent die lijkt op de gevraagde structuur en voldoet aan de eisen van covalentie geef ik het 2e scorepunt.

Grotendeels eens met Bakker.

Bij eerste bolletje beoordeel ik alleen het aantal koolstofatomen, de zuurgroep (op plek 1) en de aminegroep op plek 3. Alle andere afwijkingen / fouten schaar ik onder 2e bolletje.

Daarnaast geef ik het 2e bolletje, als 1e bolletje niet is gescored ook bij een goede molecuulformule (opmerking), en (in analogie met de opmerking) bij een valide structuurformule die aan de goede molecuulformule voldoet (bijvoorbeeld NH₂ groep niet op plek 3).

Wederom een te open / te vaag cv. Melding maken helpt dus niet, zie eerder antwoord van het loket. Wederom een vraag die als je in de juiste "state of mind" bent (lees; dezelfde "bubbel" als de makers) eenduidig. Maar als je gedachten afwijken hiervan, met soms de meest fantastische creaties... wat dan te doen?

2e bol lezen als voortzetting van 1e (dus "bij aminozuur met 5 C's" waarbij in kring Zwolle volgens mij ook nog ergens de opmerking kwam dat alleen een 2-aminozuur een aminozuur is in deze context) of als volledig separaat, dus gewoon kijken of de leerlingen een goede structuurformule kunnen opschrijven??

Dus een leerling die glycine opschrijft heeft dan bijvoorbeeld het 2e bolletje wel?

Bij de kringbespreking werd gezegd:

Het eerste bolletje is het stuk van de structuurformule met de 5 C-atomen (incl. zuurgroep en NH₂-groep)

Het tweede bolletje is de NH₂-groep bovenaan.

Nee, tweede bolletje is voor de NH2-groep en de H-atomen aan de rest (dus ook die aan de alpha-C). 

Dan klopt het met de beschrijvng van bolletje 1.

EN... als niet bolletje 1, dan in bolletje 2 is het gewoon een correcte strcutuurformule ervan maken.

Ik heb 2-aminiobutaanzuur dus het tweede bolletje gegeven. Is dat gek? 

Ik vind dat niet gek, maar ergens ook weer wel: als een willekeurige kloppende structuurformule het 2e bolletje oplevert ga ik mijn leerlingen voortaan uitleggen om bij twijfel een molecuul methaan te tekenen. Of om gewoon een structuur die al in het examen staat over te tekenen.

Wat mij betreft moet voor bolletje 2 een kloppende structuur getekend zijn die ergens in de goede richting bedacht is. Super vaag natuurlijk, aminobutaanzuur lijkt me dan nog net voldoende omdat de leerling tenminste nog notie toont dat het iets met een zuur- en aminogroep moet zijn.

Het 1e bolletje is mijns inziens voor 2-aminozuur; dus een correcte COOH groep aan C1 en een correcte NH2-groep aan C2 met 5 C-atomen.

HEt 2e bolletje is dan voor de rest van de structuurformule (H-tjes en extra NH2-groep in zijketen. Lijkt mij heel eenduidig.