Vraag 01 |
||
---|---|---|
Door: Ad Mooldijk
|
Datum:
Dinsdag
29
april
2025,
22:09 uur
Plaats hier uw vragen, opmerkingen of overdenkingen. |
Antwoord: |
||
---|---|---|
Door: de Groot
|
Datum:
Dinsdag
20
mei
2025,
20:20 uur
wat als een ll ipv 9 . 111,11 m 1000 m gebruikt? 2e bolletje kwijt of 3 pt?
|
||
Door: Hans Kramer
|
Datum:
Dinsdag
20
mei
2025,
20:28 uur
@de Groot: Ik zou zeggen 3 punten. 4 cijfers significant doorrekenen mag. Komt ook hetzlefde antwoord uit. |
||
Door: Maaike van Egmond
|
Datum:
Dinsdag
20
mei
2025,
20:31 uur
Volgens mij drie punten: 1000/89,80 geeft het zelfde antwoord in vier S.C. |
||
Door: Carin Heere-Alkemade
|
Datum:
Dinsdag
20
mei
2025,
21:34 uur
Heb ik toch lln die ipv 89,80 s in de berekening 89,8 opschrijven en antwoord in 4 SC geven. In syllabus lees ik: |
||
Door: Jeroen van Tilburg
|
Datum:
Dinsdag
20
mei
2025,
21:46 uur
@Carin, volgens mij slaat het stukje over de berekening van de leerling op alternatieve berekeningen waarbij het zo kan zijn dat je volgens de alternatieve berekening op een andere significantie uitkomt. Ik heb zo snel geen voorbeeld daarvan. |
||
Door: Ruben Koster
|
Datum:
Dinsdag
20
mei
2025,
22:12 uur
Heb ik er ook een paar van, ik heb dat van die berekeningen ook gelezen als alternatieve berekeningen. |
||
Door: Gijs Ploegmakers
|
Datum:
Dinsdag
20
mei
2025,
22:29 uur
Ik vind de 4 significante cijfers hier heel vreemd. De schaatster heeft 9 rondes geschaatst. Alleeen als de schaatster 9 ronders lang EXACT de straal van de gemeten baan gevolgd heeft (Binnenbocht? Midden van de baan? ) zou de schaatster Precies 9x111,11 meter hebben afgelegd. Maar het is toch helemaal niet mogelijk om zo nauwkeurig te bepalen welke afstand de schaatster heeft afgelegd. De 4 significatie cijfers kloppen volgens mij fysisch helemaal niet. Ik vind het van fysisch inzicht getuigen wanneer een leerling hier minder dan 4 significcante cijfers geeft. Ben benieuwd wat de vergadering morgen hier van vindt.
|
||
Door: Ronnie Hossain
|
Datum:
Dinsdag
20
mei
2025,
23:04 uur
Puur fysisch valt er wel meer op significantie af te dingen, maar de significantieregels zijn de regels (en volgensmij voor de leerlingen duidelijk in een situatie als deze). |
||
Door: Bart Grendelman
|
Datum:
Dinsdag
20
mei
2025,
23:07 uur
(Bewerkt op: 20-05-2025 23:08)
Helemaal mee eens. De banen zijn zo afgemeten dat de minimale afstand die je aflegt tijdens een rondje 111,11 m is, strak langs de binnenbochten. In de praktijk gebeurt natuurlijk maar in een klein deel van de ronde. 111,11 m (of 111,12 volgens de ISU) is dus de minimaal afgelegde afstand. Door al die marges is het al opportunistisch om op 3 cijfers nauwkeurig te rekenen als het gaat om de daadwerkelijke snelheid van de schaatster. Als het gaat om de minimale snelheid wordt het een beetje anders. Desalniettemin is de opdracht duidelijk; doorrekenen in de gegeven schijnnauwkeurigheid en dat kan op zich natuurlijk best. |
||
Door: Reeuwerd Straatman
|
Datum:
Woensdag
21
mei
2025,
01:53 uur
@Carin het ligt er ook nog aan of een leerling een afgerond tussenantwoord opschrift, maar achter de schermen met de onafgeronde waardes doorwerkt. Dat verschil is vaak wel te zien in de waardes van latere (tussen)antwoorden. In dat geval kun je volgens mij aannemen dat er tussentijds niet is afgerond en het significantiepunt toch geven. In dit geval is 89,8 en 89,80 geen verschil. Technisch gezien heeft de leerling doorgerekend met het onafgeronde getal. ;-) Ik vond de notatie van de tijd ook een en verraderlijke. Waarom is 1min en 29,80 s maar 4 significant eigenlijk? Ik zie toch 5 getalletjes staan? (Ik probeer me te verplaatsen in een leerling). |