Als het gaat om vergelijking, formuleren leerlingen soms slordig, maar ik zie wél een vergelijking:

De stof HMF bevat een OH-groep en is dus polair. FF is apolair. 

Ze zeggen niet 'polairder' of 'hydrofober', maar ik vind het wél een vergelijking. Ik reken dat dan goed.

Als ze maar één van de twee stoffen benoemen is bolletje twee niet gescoord. Maar als ze wél de retentietijd noemen en dan de juiste conclusie trekken, geef ik bolletje 1 en 3. Want dan hebben ze bolletje 1 gescoord en de conclusie is consequent, maar de redenatie niet volledig.

Zie ik dan iets over het hoofd?

Maar FF is ook polair, hij heeft aan een kant twee zuurstoffen die harder trekken aan elektronen dus ook polair. Daarom moet het polairDER en apolairDER zijn. Daarnaast moet voor het 2e bolletje ook aan de kolompacking verwezen worden zoals in beide antwoordversies dat staat. hecht beter aan een (a)polaire stof want het is (a)polairDER.

1 en 3 zijn dus sneller te scoren en de 2 is erg specifiek

Ik worstel hier met leerlingen die zeggen dat FF apolair is. 
Bij de tweede antwoordmogelijkheid en dan de tweede bol staat dat in een molecuul FF geen polaire groepen aanwezig zijn. Dit lijkt me niet juist. C=O is toch een polaire groep?
Zoals het er nu staat, zou je kunnen zeggen dat leerlingen die zeggen dat FF apolair is hetzelfde zeggen als in het antwoordmodel staat.

Lees ik het niet goed of mis ik iets?

Het blijft altijd een beetje gissen wat leerlingen leren of zouden moeten leren over H-bruggen. De syllabus geeft helaas geen uitsluitsel, voor zover ik kan vinden.

Ik heb leerlingen die beweren dat FF geen H-bruggen kan vormen, die kijken alleen naar OH- en NH-groepen. Maar feitelijk kan bijna elk O- en N-atoom in een organische structuur H-bruggen ontvangen. Waar ligt de grens? Wat heeft de leerling geleerd? Wat heeft de methode aangeboden? Ik ga verder in mijn uitleg dan dat onze methode, NOVA, doet, maar dat pikken lang niet alle leerlingen op.

Voor nu zou ik zeggen dat de bewering dat FF niet polair is, goed is, uitgaande van de theorie dat alleen OH- en NH-groepen H-bruggen vormen. Ik ben benieuwd wat mijn 2e corrector vindt.

En trap er niet in...NOVA legt de H-bruggen onjuist uit. 

Methoden zijn tools, maar niet zonder fouten.

Een leerling legt op een keurige manier uit waarom HMF polairder is dan FF. Echter, hij benoemt de aldehydegroep foutief als een zuurgroep. Is dat een fout die ik hier moet aanrekenen?

Ik heb een aantal leerlingen die bijv zeggen: uit figuur 2 zie ik dat HMF sneller/eerder wordt gedetecteerd. Is dit genoeg voor bolletje 1 of moet er echt "retentietijd" staan wat jullie betreft? 

ik heb ook leerlingen die zich het systeem voorstellen (zoals ik het ze ook heb geleerd) en dus praten over tijd tot detector. Geeft volgens mij perfect inzicht in de analyse weer, en ik heb dat dus ook goedgerekend

"sneller" gedetecteerd vind ik moeilijk...want de detector is niet sneller. Eerder begrijp ik wel.