Antwoord: |
||
---|---|---|
Door: van Helden
|
Datum:
Zaterdag
26
mei
2018,
11:38 uur
@Kootwijk Ik laat dit afhangen hoe de 100 is berekend. Als een leerling dit op basis van 5x20 doet geen punten voor significantie/completeren. Op basis van 5,00x20,0 dan kan ik 3 significante cijfers als antwoord goed rekenen en valt 1850 meter binnen de marges. Niet dat er leerlingen zijn die dat zo opschrijven, maar zo kan ik het in ieder geval wel goed verantwoorden....... |
||
Door: Jacco Dankers
|
Datum:
Zaterdag
26
mei
2018,
11:46 uur
@Kootwijk De significantie van het c.v. lijkt me correct: 2 cijfers. Het aantal hokjes echt op 18,5 bepalen (met de overtuiging dat de exacte waarde tussen 18,4 en 18,6 ligt) is volgens mij niet realistisch met deze grafiek en dat moet een leerling kunnen inschatten. Een leerling mag in het eindantwoord vervolgens 1 significant cijfer teveel of te weinig hebben, dus '1850 m' kost het derde scorepunt, onafhankelijk van de vraag of de leerling 'ruim 18', '18,5' of '18,50' hokjes heeft geteld. |
||
Door: Erik van Beek
|
Datum:
Zaterdag
26
mei
2018,
14:44 uur
(Bewerkt op: 26-05-2018 14:46)
Men kan met behulp van een geodriehoek de grafiek op 1/10e van een cm nauwkeurig meten dus in stapjes van 0,5 m·s-1. Hierdoor kan een leerling een snelheid aflezen van bijvoorbeeld Δv=27,5 m·s-1. Hierdoor kan de snelheid in drie significante cijfers nauwkeurig bepaald worden. Het eindantwoord is dus volgens mij niet in 2 maar in drie significante cijfers. Antwoorden met 4 significante cijfers zouden daarom goedgerekend moeten worden. |
||
Door: Jacco Dankers
|
Datum:
Zaterdag
26
mei
2018,
14:57 uur
Een marge van 0,5 m/s leidt bij Δv = 27,5 m/s en Δt = 130 s tot: 1755 m <= s <= 1820 m. Dus s = 1,8 km en niet 1,79 km. Δv = 27,5 is pas écht in drie cijfers significant als je daarbij een marge van 0,1 m/s hebt. Dán leidt het tot 1781 m <= s <= 1794 m. |
||
Door: Erik van Beek
|
Datum:
Zaterdag
26
mei
2018,
15:02 uur
(Bewerkt op: 26-05-2018 15:04)
@Dankers! Natuurlijk, even een verwarring in mijn hoofd! Een snelheid aflezen van v = 27,7 m·s-1. is natuurlijk niet te doen. Inderdaad het antwoord is in beide methoden 2 SF! |
||
Door: Jacco Dankers
|
Datum:
Zaterdag
26
mei
2018,
16:21 uur
(Bewerkt op: 26-05-2018 16:32)
Hoe hanteren we de marge bij een antwoord in drie significante cijfers? Voorlopig hanteer ik: als het op 2 cijfers afgerond binnen de marge zou vallen, dan is het goed. Dus bijv. 1,57 km of 2,02 km is nog binnen de marge. Of ben ik dan te soepel? En moet bij methode 1 de marge worden toegepast op de tweede bol? Dat zou in overeenstemming zijn met methode 2, waar dit ook het geval is. Anders leidt een marge- én significantiefout bij methode 1 tot 2 punten en bij methode 2 tot 1 punt. |
||
Door: Gemeren
|
Datum:
Zondag
27
mei
2018,
16:50 uur
Volgens mij moeten het toch wel drie significante cijfers zijn. Het derde significante getal voor de snelheid wordt namelijk met oa een geo afgeschat en telt dan wel mee voor de significantie. Deze methode hanteerde we in het verleden ook bij het aflezen bij een buret met scheikunde. |
||
Door: Paul Stoop
|
Datum:
Zondag
27
mei
2018,
18:35 uur
Als ik zelf meet, durf ik een antwoord in 3 significante cijfers verdedigbaar te noemen: |
||
Door: van Garderen
|
Datum:
Maandag
28
mei
2018,
12:17 uur
@stoop Dus als 10 mensen dit zo nauwkeurig mogelijk doen, dan komen ze alle 10 op de 5 meter nauwkeruig bij jouw antoord? En de leerling die dat gedaan heeft zit ook binnen de 5 meter van jouw antwoord. En het laatste cijfer is niet gewoon 0 ? Ik geloof het niet en het lijkt mij niet en het is heel gemakkelijk om je aan het CV te houden hier. Drie verdedigen om vier goed te rekenen? Liever niet. |