Nog even over de vraag zelf:

Indien leerlingen niet spreken over B-platen, maar over moleculen (dus: de moleculen zijn groot / de moleculen liggen dicht gestapeld) mag ik dat dan goed rekenen? Eigenlijk gaat het om delen van één molecuul toch? Maar door de formulering van de tweede juiste redenering heb ik "moleculen" ipv B-platen goedgerekend. Klopt dat?

Ik heb hierover ook een opmerking naar het examenloket gestuurd. Formeel is moleculen fout maar ja... het CV zegt het zelf... dus in analogie met het CV moeten wij het ook goed rekenen lijkt mij

Even los van de discussie of H-bruggen wel of geen Vanderwaalskrachten zijn...

In de tekst onder figuur 1 staat dat de C=O en N-H groepen alleen in het vlak van de betaplaat H-bruggen vormen. Er zijn geen andere groepen om H-bruggen te kunnen vormen tussen de betaplaten. H-bruggen als reden levert mijns inziens dus geen punt op.