Noteer hier uw vragen of commentaar bij deze vraag.

Leerling neemt als energie de 3,00 eV, rekent netjes om en vult voor n 0 in een rekent dan uit dat f 1,45•10¹⁵ Hz is. Wordt hier het 3e bolletje voor completeren verdient, of is de opgave te veel vereenvoudigd?

Toegevoegd: Nog eens goed gekeken, maar de verkeerde energie pakken gaat volgens mij ten koste van het 3e bolletje. Het 1e bolletje gaat alleen om het inzicht dat de energiestap gelijk is aan hf, niet over welke waarde die energiestap heeft.

Ik neig naar het toekennen van het 3e bolletje als niet met hf maar hf*1,5 wordt gerekend omdat 2 boleltjes weg zwaar lijkt maar ik twijfel wel.

Het lijkt me ook dat als niet gezien wordt dat geldt dat het over het energieverschil tussen 2 niveaus gaat, dan kun je het 3de moeilijk geven. Ze kunnen wel 2de krijgen omdat ze de energie omrekenen.

Als een leerling met (n+1/2) heeft gerekend heb ik het 1e bolletje ingehouden.  Het completeren gaat over het rekenwerk, eenheden, afronden en een eventuele vereendvoudiging. Als dat allemaal goed is geef ik het completeerpunt gewoon.

Deze vraag is niet helemaal losgekoppeld van vraag 20. De reparatie in et cv: "als 20 fout is, niet opnieuw aanrekenen" is heel flauw. Leerlingen hebben van mij geleerd dat het een gouden regel is: elke vraag in het examen is onafhankelijk van de vorige te maken. Dit vooral om de moed erin te houden, en te voorkomen dat de leerling de rest van de context voor gezien houdt. Dat principe is bij deze vraag niet vol te houden.

Als je bij vraag 20 het verkeerde energieniveau hebt gekozen, kom je bij vraag 21 uit op:

∆E = 3,14 eV – 3,00 eV

f = ∆E/h = 3,4·10¹³ Hz

De opmerking wil zeggen dat dit goedgerekend moet worden.

Een antwoord dat uitgaat van ∆E = 3,14 eV – 2,88 eV = 0,26 eV kost wat mij betreft wel het 3e bolletje.

Even checken of ik de bolletjes juist interpreteer. Leerling schrijft:

En = hf(n+1/2)

Ik neem n=0 bij 2,88 eV

2,88 · 1,602·10^–19 = 6,626·10^–34 · f · (0+1/2)

f = 1,39·10¹⁵ Hz

Het 1e bolletje gaat weg omdat er geen energiestap gelijkgesteld wordt aan hf.

Het 2e bolletje is OK.

Het 3e bolletje gaat weg omdat een verkeerde waarde voor de energiestap wordt gekozen (feitelijk niet eens een stap, maar een niveau).

Doe ik dit goed, of valt de fout in zijn geheel onder bolletje 1?

@Garmt de Vries

Het betreft een eenvoudige verschilbepaling die niet wordt gedaan. Wordt daardoor het rekenwerk wezenlijk vereenvoudigd (criterium voor 3e bolletje)? Lijkt me niet.  

De vraag is of het inzicht in de betekenis van "energiestap" in het 1e of in het 3e bolletje zit. Je kunt het op twee manieren zien:

1) "Er is een energiestap, die is gelijk aan hf": 1e bolletje. "Completeren (inclusief kiezen van juiste waarde energiestap)": 3e bolletje.

2) "hf is gelijk aan de energiestap, dat wil zeggen het energieverlies van het elektron, 0,12 eV": 1e bolletje. "Completeren (berekening uitvoeren en juiste eenheid+significantie)": 3e bolletje.

Als je voor de energie 3,00 eV neemt (of 2,88 eV of een andere onzinwaarde), betekent dat:

1) dit kost je het 3e bolletje; als je ook nog een factor 1,5 erin gerommeld hebt ben je dus 2 punten kwijt

of

2) dit kost je het 1e bolletje; als je ook nog een factor 1,5 erin gerommeld hebt ben je dus maar 1 punt kwijt

Voor beide interpretaties is iets te zeggen. Ik hoop dat dit landelijk besproken wordt!

Het lijkt me dat invullen van losse energieniveaus (3,00 of 3,14 of 2,88) moeilijk als energiestap kunnen worden gezien. Daarom houd ik je 2e interpretatie voor de juiste. 

Ja, bespreken.