Meten met hartslagsensor en geluidsensor

6 januari

Het meten van de tijd tussen begin van de actieve fase van de hartslag en de bloedrukverhoging in het oor­lelle­t­je met behulp van de doorbloeding van de oorlel en geluid van het hart tijdens samentrekken van de kamers in het hart.

Doel van het practicum

Bepalen van de tijd tussen het begin van het samen­trekken van de kamers en de bloeddruk­verhoging in de oorlel.

Theorie

Het begin van de kamers­amentrek­king komt overeen met de eerste hart­toon. De boezemkamerklep­pen slaan immers dicht als gevolg van drukverho­ging in de kamers. De tweede harttoon komt overeen met het eind van de samen-trekking. Doordat de ka­mers sa­mentrek­ken wordt bloed in de aorta gepompt. Daar­door zal onmiddellijk een bloed­druk­verhoging plaatsvin­den in de aorta. In dit artikel wordt een experi­ment beschreven waarbij de hart­tonen worden gemeten met een geluids­ensor (liefst uitgerust met een buisje of iets dergelijks, waarmee het resultaat beter wordt) en de doorbloeding van de oorlel met een  hartslag­sensor.

Voorbereiding

  • Sluit de hartslag­sensor aan.
  • Sluit de geluid­sensor aan.

Computer

  • Start Coach
  • Zorg dat het signaal van de hartslag­sensor in het bovenste diagram wordt weerge­geven, dat van de geluidsen­sor in het onderste.
  • Pas eventueel de diagramin­stel­ling aan, zodat de signalen duidelijk in beeld komen.
  • Kies als meettijd 2 of 5 seconde.
  • Bevestig de clip van de sensor aan het oorlelletje van de proefpersoon.
  • Plaats de geluidsensor op de borst van de proefpersoon.
  • Start een meting.

Meetresultaat

Uit het meetresultaat kan worden afge­leid dat tussen het begin van de samen­trek­king van de kamers en de bloed­drukverho­ging in de oorlel een periode van 0,1 s verstrijkt.

Dezelfde periode verstrijkt tussen de twee­de harttoon en het tweede piekje in de grafiek van de doorbloeding van het oor­lelletje.

Leswerk

Gerelateerd leswerk

Terug naar overzicht