Onder een masker op een blad ontstaat bij fotosynthese geen zetmeel meer.
Bij de fotosynthese worden koolstofdioxide en water omgezet in glucose en zuurstof. Voor deze reactie is zonlicht nodig. De plant transporteert glucose naar plaatsen waar die nodig is, bijvoorbeeld wortelknollen, en maakt er zetmeel van.
Voor de opbouw van bladeren is blijkbaar ook zetmeel nodig, zoals in deze proef duidelijk wordt.
In het scheikundeonderwijs dient het diep blauwpaarse jood-zetmeelcomplex vaak om de aanwezigheid van jood, I2, aan te tonen. Dezelfde complexvorming toont hier omgekeerd de aanwezigheid van zetmeel aan.
De beschrijving van deze demo staat in het boek Showdechemie – effectief demonstreren.
Aanvullingen
Effectiviteitsmatrix
Deze klassieke proef staat ook in het boek Effective Practical Science (Abrahams&Reiss, 2017), in het deel voor biologiedocenten. Bij deze proef is er geen masker, maar twee worden twee verschillende planten vergeleken (hier pelargoniums). De ene staat twee dagen in het donker, de andere dezelfde tijd in het licht.
Interessant in dit boek is de formulering van de leerdoelen bij elke proef in een effectiveness matrix. Daarin staan horizontaal de twee effectiviteitsniveau’s die we ook in dit boek bespreken. Verticaal is er een onderverdeling in een Domain of observables en een Domain of ideas
De effectiveness matrix voor de verwante proef in het boek van Abrahams&Reiss is hier omgewerkt tot een effectiviteitsmatrix voor deze demonstratieproef.
|
Domein van waarnemingen |
Domein van ideeën |
Wat leerlingen doen |
Leerlingen hebben gezien dat:
|
Leerlingen kunnen uitleggen:
|
Wat leerlingen leren |
Leerlingen kunnen later:
|
|
Bronnen
Abrahams, I. & Reiss, M.J. (2017). Enhancing learning with effective practical science.
London: Bloomsbury.
Vogel, A.I. (1961). Quantitative Inorganic Analysis, p. 346. Londen/New York: Longman.