Showdechemie MA03 - Fotosynthese

6 januari • Jaap van Schravendijk • Foto: Jaap van Schravendijk

Onder een masker op een blad ontstaat bij fotosynthese geen zetmeel meer.

Vorige Volgende

Bij de fotosynthese worden koolstofdioxide en water omgezet in glucose en zuurstof. Voor deze reactie is zonlicht nodig. De plant transporteert glucose naar plaatsen waar die nodig is, bijvoorbeeld wortelknollen, en maakt er zetmeel van.

Voor de opbouw van bladeren is blijkbaar ook zetmeel nodig, zoals in deze proef duidelijk wordt.

In het scheikundeonderwijs dient het diep blauwpaarse jood-zetmeelcomplex vaak om de aanwezigheid van jood, I2, aan te tonen. Dezelfde complexvorming toont hier omgekeerd de aanwezigheid van zetmeel aan.

De beschrijving van deze demo staat in het boek Showdechemie – effectief demonstreren.

 

Aanvullingen

 

Effectiviteitsmatrix

 

Deze klassieke proef staat ook in het boek Effective Practical Science (Abrahams&Reiss, 2017), in het deel voor biologiedocenten. Bij deze proef is er geen masker, maar twee worden twee verschillende planten vergeleken (hier pelargoniums). De ene staat twee dagen in het donker, de andere dezelfde tijd in het licht.

Interessant in dit boek is de formulering van de leerdoelen bij elke proef in een effectiveness matrix. Daarin staan horizontaal de twee effectiviteitsniveau’s die we ook in dit boek bespreken. Verticaal is er een onderverdeling in een Domain of observables en een Domain of ideas

De effectiveness matrix voor de verwante proef in het boek van Abrahams&Reiss is hier omgewerkt tot een effectiviteitsmatrix voor deze demonstratieproef.

 

 

Domein van waarnemingen

Domein van ideeën

Wat leerlingen doen

Leerlingen hebben gezien dat:

  • door koken chlorofyl wordt  ontsloten;
  • een joodoplossing zetmeel in een blad kan aantonen;
  •  als een blad is belicht, een blauw/zwarte kleur te zien is, maar dat de kleur geel/bruin is als het blad in het donker is gebleven.

Leerlingen kunnen uitleggen:

  • waarom een blad in water wordt gekookt;
  • waarom er verschil in kleur is tussen een blad dat in het donker is gebleven en een blad in het licht.

Wat leerlingen leren

Leerlingen kunnen later:

  • de test voor zetmeel gebruiken bij het bepalen of zetmeel wel of niet in een bepaald materiaal voorkomt (bijvoorbeeld voedsel);
  • de methode gebruiken om te voorspellen en te testen of er fotosynthese plaatsvindt (bijvoorbeeld vetplanten).
  • Leerlingen kunnen later uitleggen:
  • hoe zetmeel, een onoplosbare stof, is opgebouwd uit suikermoleculen; dat maakt duidelijk waarom zetmeel in een blad voorkomt;
  • dat er in een plant in het donker geen fotosynthese plaatsvindt, waardoor er geen zetmeel in de plant gevormd kan worden.

 

Bronnen
Abrahams, I. & Reiss, M.J. (2017). Enhancing learning with effective practical science.
London: Bloomsbury. 
Vogel, A.I. (1961). Quantitative Inorganic Analysis, p. 346. Londen/New York: Longman.

Leswerk