Alles valt toch met de zwaartekrachtversnelling g? Of niet? Zijn er ogenschijnlijk vrije-valsituaties waarin grotere versnellingen optreden dan g?
Rotatiefysica zit niet in het curriculum. Het is de vraag of je tijd gaat besteden aan de theoretische afleiding dat het punt met versnelling g op 2/3 van de lat ligt (zie de natuurkundige achtergrond in de demobeschrijving). Maar zoek met de klas wel voorbeelden waar we dit verschijnsel zouden kunnen waarnemen, bijvoorbeeld bij een ladder die te steil staat en omklapt, een schoorsteen die wordt opgeblazen en omvalt, een zwemmer op een duikplank die zich om laat vallen zonder te springen, enzovoorts.
De beschrijving van deze demo staat in het boek Showdefysica2.