Twee lampjes die een verschillende spanning én stroomsterkte moeten hebben kunnen noch in een serie- noch in een parallelschakeling allebei ‘normaal’ branden. Een praktische en motiverende oefening in alle denkbare berekeningen aan een elektrische schakeling.
Twee lampjes die een verschillende spanning én stroomsterkte moeten hebben kunnen noch in een serie- noch in een parallelschakeling allebei ‘normaal’ branden. Daarvoor is ten minste één extra weerstand nodig in een ‘gemengde schakeling’, en dan heb je al twee mogelijkheden.
De leerlingen rekenen uit hoe groot de gebruikte weerstand moet zijn en dan wordt natuurlijk de proef op de som genomen.
De betreffende weerstanden moeten dus klaarliggen, met als nadeel dat een eventuele foute uitkomst niet kan worden getoetst. Tenzij je dozen vol weerstanden klaar hebt liggen natuurlijk. Veel leuker is het alleen een aantal weerstanden van 5 ohm te gebruiken. Dan mogen de leerlingen ook uitzoeken hoe je de gewenste weerstand kunt krijgen door een aantal weerstanden van 5 ohm serie en/of parallel te schakelen.
Tenslotte kan ook worden berekend welke van de twee schakelingen het meest economisch is.
Kortom: een praktische en motiverende oefening in alle denkbare berekeningen aan een elektrische schakeling.
De tijdsduur hangt vooral af van wat de leerlingen allemaal zelf uit moeten rekenen en hoeveel sturing ze daarbij krijgen. Vaak werkt de auteur de eerste mogelijkheid die zich aandient in de klas uit, inclusief de test, en laat ze dan thuis de tweede mogelijkheid uitrekenen.
Deze proef levert leuke klassengesprekken op. Het kan ook als practicum heel motiverend zijn, maar dan moet goed toegezien worden dat leerlingen niet in een ‘trial-and-error’ procedure vervallen (met als resultaat waarschijnlijk doorgebrande lampjes).
De beschrijving van deze demo staat in het boek Showdefysica2.