In een omgeving waar warmtegeleiding en warmtestroming onmogelijk zijn kunnen twee voorwerpen van verschillende temperatuur uiteindelijk dezelfde temperatuur krijgen door straling. Het warmste voorwerp zendt meer straling uit dan het koudere. Of zendt het koudste voorwerp koudestraling uit?
Warmte is – populair gezegd – een vorm van energie. De tegenhanger is ‘kou’. Daar kun je vanaf komen door warmte toe te voeren. Van warmte kun je niet afkomen door kou toe te voeren, al lijkt dat wel zo als je ’s winters een raam openzet. Maar dan ontsnapt er warmte. Warmte is ‘iets’, kou is ‘niets’.
Moeilijk? Bekijk het eens zo: kou is als een gat in een stuk papier: daar kom je niet vanaf door het eruit te knippen, wel door het op te vullen met papier.
Een vergelijkbaar verhaal geldt voor licht en duisternis: Willie Wortel heeft ooit een duisterniswerper uitgevonden, waarmee hij de zware jongens het zicht kon ontnemen. Maar helaas…
Hoe zit het dan met andere vormen van straling? Temperatuurstraling wordt ook wel warmtestraling genoemd: hoe ‘warmer’ een voorwerp, hoe meer temperatuurstraling het uitzendt. En koudestraling bestaat natuurlijk niet. Toch?
Na het zien van deze proef, ooit gedemonstreerd door David Jones in het Duitse tv-programma Kopf um Kopf, slaat de twijfel toe.
De beschrijving van deze demo staat in het boek Showdefysica2.
Aanvullingen
Bijlage: conceptcartoon ter ondersteuning van de discussie met als vraag:
In het brandpunt van de ene spiegel staat een ijsklontje.
In het brandpunt van de andere daalt de temperatuur.
Veroorzaakt het ijsklontje de temperatuurdaling?