We nemen drie langwerpige blokken, met dezelfde vierkante doorsnede. Verder zijn ze even lang maar zijn van verschillende houtsoorten (fig. 1).
Het eerste is van balsahout, het tweede van vurehout en het derde van een tropisch hardhout. De dichtheden zijn respectievelijk: 0,15 - 0,58 -,0,82 g.cm-3.
Als we ze in water werpen, gaan ze drijven, maar ... tot onze grote verrassing, het eerste in een "platte stand" en het laatste ook, maar het middelste in een "schuine stand"! Hoogst raadselachtig. Hoe werkt dat?
NVOX
Dit artikel is alleen toegankelijk voor leden van NVON. Wil je verder lezen?
Log dan eerst in