Het principe van een leerarrangement is simpel: bied leerlingen de keuze uit een aantal altematieve opdrachten, om aan dezelfde leerdoelen te werken. Dat betekent, dat niet alleen het schoolboek als leerbron wordt gebruikt, maar dat ook andere leerbronnen (zoals educatieve software, intemet, video's, dvd's, kranten en tijdschriften) worden aangeboord. Ook de werkvormen kunnen variëren: leerlingen kunnen bijvoorbeeld een PowerPointpresentatie maken, een videoboodschap opnemen, ofeen schriftelijke rapportage maken. De leerling krijgt op deze manier de keuze uit een aantal alternatieve opdrachten en kan dié opdracht kiezen die het best bij zijn favoriete manier van werken past. Omdat leerlingen kunnen kiezen, voelenzij een grotere verantwoordelijkheid voor het werk dat ze moeten doen. Werken aan leerarrangementen betekent dus: werken aan een grotere variatie in onderwijsaanbod.
De docent die met leerarrangementen wil gaan werken, geeft invulling aan een aspect van het leraarschap dat jarenlang te weinig aandacht heeft gehad: de leraar als ontwerper en/of samensteller van het onderwijsprogramma. Arrangeren van leren doet een beroep op het vakmanschap van de docent.
NVOX
Dit artikel is alleen toegankelijk voor leden van NVON. Wil je verder lezen?
Log dan eerst in