Leren bijdragen aan een duurzamere wereld
Globale duurzaamheidscrises werken door in onze directe omgeving. Leerlingen hebben deze problemen niet veroorzaakt, toch moeten ze deze crises in hun leven aanpakken. Daarvoor hebben leerlingen meer nodig dan kennis alleen. Zij moeten ook vaardigheid ontwikkelen om deze kennis om te zetten in handelen. Dat kan in School-Community Projects (SCPs), waar leerlingen samen met maatschappelijke partners een lokaal duurzaamheidsprobleem aanpakken.
Nieuwe en innovatieve oplossingen om deze wereldwijde duurzaamheidscrises het hoofd te bieden vereisen interdisciplinaire en internationale samenwerking. In SCPs wordt deze manier van samenwerken gemodelleerd middels het open schooling principe, waarbij de afstand tussen school en samenleving kleiner wordt. Leerlingen worden zo vaardiger in oplossingsgericht duurzaam handelen aan de hand van een lokaal, authentiek duurzaamheidsprobleem. In interdisciplinaire teams met maatschappelijke partners ontwikkelen leerlingen lokaal verankerde oplossingen voor hun duurzaamheidsprobleem. Die oplossingen kunnen al bekend zijn aan het innovatiefront, maar leerlingen ontwikkelen ze opnieuw voor hun eigen context. Zo zetten leerlingen relevante (school)kennis om in handelen waarmee ze bijdragen aan een duurzamere wereld. Naast het ontwikkelen van vaardigheden voor duurzaam handelen, biedt dit leerlingen de mogelijkheid om de inhoud van schoolvakken te verbinden met hun dagelijks leven.
Het INCREASE-model
In het Horizon 2020 project ‘Meaningful open schooling connects schools to communities’ stond het opzetten van SCPs in tien Europese landen centraal (ICSE, 2024). Hiervoor is het INCREASE-model (Figuur 1) ontwikkeld (MOST, 2023a). Het model wordt gepresenteerd in vijf fasen, die in de praktijk kunnen overlappen.
Tijdens een projectweek op Academie Tien, in Leidse Rijn, Utrecht, werkten twintig 4-vwo-leerlingen samen met drie docenten en vier maatschappelijke partners aan verschillende duurzaamheidsprojecten. Aan de hand van deze projecten laten we zien hoe je als docent zelf een SCP kunt opzetten en wat dit teweeg kan brengen bij jouw leerlingen.
Uitnodigen (INvite)
Voorafgaand aan het SCP stel je de kaders voor het project (tijd, thema, curriculumdoelen, eventuele aansluiting bij bestaande projecten). Vervolgens benaderen leerlingen, ondersteund door hun docent, maatschappelijke partners om deel te nemen aan het SCP. Op Academie Tien benaderde één van de docenten vooraf een aantal lokale maatschappelijke partners om vanuit hun expertise mee te werken aan het SCP. De projectonderwerpen werden zo gekozen dat deze aansloten bij de expertises van de maatschappelijke partners: moestuinen in stedelijke omgeving, opladen van elektrische auto’s en dashboards om duurzaam leven te stimuleren.
Co-CREatie
Tijdens deze fase geven de deelnemers samen vorm aan het project. Op Academie Tien werd het SCP afgetrapt met pitches van de maatschappelijke partners. Zij introduceerden de drie onderwerpen waarmee leerlingen aan de slag konden. Zo’n kick-off meeting vergroot de betrokkenheid van alle deelnemers bij het thema van het SCP. Leerlingen en partners kunnen zo samen vormgeven aan de lokale duurzaamheidsuitdaging die centraal staat (co-creatie). Na de eerste introductie gingen leerlingen zelf aan de slag met een brainstorm over de duurzame wereld: wat doe ik al en hoe ziet de ideale duurzame wereld eruit in mijn buurt of op school? Door zo’n positief ingestoken begin realiseren leerlingen zich dat ze met hun handelen een bijdrage kunnen leveren aan een duurzamere wereld. De ideeën van leerlingen werden vervolgens gegroepeerd en gewaardeerd; welke ideeën zijn uitvoerbaar én hebben impact? Vervolgens gingen groepjes leerlingen met een van deze ideeën aan de slag door het probleem vanuit verschillende perspectieven te verkennen. De maatschappelijke partners waren hierbij beschikbaar voor vragen en konden leerlingen ook verder ondersteunen in het vinden van een balans tussen voldoende diepgang en het afbakenen van een haalbaar project. Zo kwamen leerlingen tot een plan van aanpak. Dit proces kun je als docent verder ondersteunen door leerlingen doelen en bijbehorende mijlpalen op lange en korte termijn te laten formuleren. Zo wordt zichtbaar wanneer het proces en het einddoel van het SCP een succes is.
Uitvoeren (Act)
Dit is de zichtbare fase van het SCP waarin het project daadwerkelijk wordt uitgevoerd en leerlingen aan de slag gaan met de ontwikkeling van lokaal verankerde oplossingen. Een groepje leerlingen bekeek de gevolgen van het verlagen van de binnentemperatuur op school door te berekenen hoeveel energie de school op deze manier zou besparen. Andere groepjes interviewden docenten om zo meer te weten te komen over hun motivatie voor elektrisch rijden, of creëerden een opzet voor een slimme laadapplicatie. Ook gingen er groepjes aan de slag met het promoten van groene daken en moestuinen op platte daken. Leerlingen riepen hierbij wederom de hulp van maatschappelijke partners in.
Delen (Share)
Deze fase maakt de opbrengsten van het SCP zichtbaar voor alle deelnemers en motiveert leerlingen om zich actief te blijven inzetten voor uitdagingen in hun lokale gemeenschap. Het SCP werd afgesloten met een presentatiemarkt waar docenten, schoolleiders, maatschappelijke partners, familie en vrienden waren uitgenodigd. Door het project te presenteren en publieksvragen vanuit verschillende perspectieven te beantwoorden, konden leerlingen als gelijkwaardige gesprekspartners hun ideeën toelichten en verder ontwikkelen (Figuur 2). Voor velen leidden deze succeservaring tot trotse gezichten van SCP-deelnemers en bezoekers van de markt.
Evaluatie
Naast het evalueren van het leerproces is het ook belangrijk om het project zelf te evalueren met alle betrokkenen (leerlingen, maatschappelijke partners, docenten, schoolleiding): wat heeft het project opgebracht en kan de samenwerking in de toekomst worden voortgezet? Op Academie Tien werd feedback verzameld met een vragenlijst. Het sociale belang van het project was belangrijk voor alle betrokkenen. Als slagingsfactoren voor het project werden onder andere het opstellen van duidelijke en realistische doelen en communicatie met een specifiek contactpersoon genoemd.
Meer inspiratie?
Het belang van de deelfase kan niet genoeg worden benadrukt. Deze fase biedt leerlingen een uitgelezen kans om zich opnieuw bewust te worden van hoe ze zelf kunnen bijdragen aan een duurzamere wereld. De mogelijkheden voor deze fase zijn schier eindeloos, zo laten leerlingen uit groep 7 in een item van het Noorse jeugdjournaal zien hoe ze ten strijde trekken tegen zwerfkauwgom (MOST, 2023b).
Nog meer voorbeelden? Zie onder het tabblad ‘SCPs’ op https://icse.eu/international-projects/most/. Hier vind je ook uitgebreide beschrijvingen van de projecten en een algemene handleiding. Zo hoeft niet iedereen het wiel helemaal opnieuw uit te vinden!
Dankwoord
Speciale dank aan alle deelnemers van het SCP op Academie Tien, de coördineerde docent Mirte Linthorst en aan de betrokken partners van het MOST project.
Bronnen:
ICSE (2024, 20 maart). MOST, Meaningful open schooling connects schools to communities. Geraadpleegd op 24 september 2024, van:
https://icse.eu/international-projects/most/
MOST (2023a). Manual to plan and perform SCP. ICSE. Geraadpleegd op 24 september 2024, van:
https://icse.eu/wp-content/uploads/2023/08/Manual-to-plan-and-perform_0823.pdf
MOST (2023b). Best Practice. Norway: Chewing Gum. ICSE. Geraadpleegd op 26 september 2024,van:
https://icse.eu/most-best-practice/norway-chewing-gum/
Over de auteurs:
FLOOR KAMPHORST heeft een achtergrond als natuurkundedocent en is nu als associate professor science education verbonden aan de lerarenopleiding van de NTNU in Trondheim, Noorwegen.SANNE KORTE is als biologiedocent verbonden aan U-Talent en is actief op het gebied van duurzaamheidseducatie aan de Universiteit Utrecht.