Het voorwoord van voorzitter Jan Jaap Wietsma in NVOX 8 (2024)
Dezer dagen voerde de Tweede Kamer debat over het curriculum en de basisvaardigheden. Het is een debat dat al voor de zomer plaats had zullen vinden, onder verantwoordelijkheid van het vorige kabinet. Dit is ook het debat waarin de door ons gewraakte vermindering van de ruimte voor de bètavakken aan de orde is. Als bèta’s hebben we daar onze zorgen over. De alarmbellen over laaggeletterdheid rinkelen steeds harder. Taal- en rekenvaardigheden staan onder druk, waardoor er een enorme focus op deze basisvaardigheden gelegd wordt. De afgelopen jaren heeft de politiek daar op ingezet en dat wordt uitgevoerd door het ministerie.
De gedachte is dat vaardigheden sterker worden door vaardigheden te trainen. Maar dat blijkt een misvatting. ‘Kennis is de basis voor vaardigheden’ heb ik in het februarinummer geschreven. Betekenis en een goede beheersing van basisvaardigheden ontstaat als ze in combinatie met vakkennis getraind wordt. Vanuit NVON pleiten we ervoor om vaardigheden te verbinden aan vakken, zodat er oneindig veel meer betekenis ontstaat. We hopen dat de ‘formuleactie’ hierover de politiek en het onderwijsveld aan het denken heeft gezet.
Ontwikkelen van vaardigheden vraagt tijd. Daarom is het van het grootste belang dat scholen ruimte blijven geven aan bètavakken. Mocht de ontwerpruimte voor bèta door de politieke besluitvorming afnemen, dan betekent het niet dat we toe kunnen met minder lesuren of minder onderwijstijd, integendeel. Vervolgopleidingen zien graag leerlingen die met bestaande en nieuwe kennis kunnen werken, hun denkvaardigheden hebben getraind en ook hun handen hebben leren gebruiken. Dat vraagt oefening in het omgaan met theorie, vraagstukken, nieuwe situaties en praktisch werk. Zeker bij bèta en technologie moet daarvoor veel ruimte op school zijn, zowel in lesuren als lokalen. Mijn herhaalde oproep aan al onze leden en lezers: maak dat duidelijk op je eigen school. Want het toewijzen van lesuren op basis van de omvang (ontwerpruimte) van ieder vak blijft een zaak van de schoolleiding. En daar kunnen we invloed op uitoefenen. We willen met elkaar dat het onderwijs van de toekomst grote betekenis heeft voor onze leerlingen én voor de toekomst van ons land.
Welke uitkomst er ook is: de ontwikkeling van het programma voor scholen moet verder gaan. De eerste fase is nagenoeg afgerond. Het ontwikkelteam van examenprogramma’s voor de natuurwetenschappelijke vakken verwerkt de feedback die door organisaties uit het onderwijsveld, waaronder de NVON, is opgehaald. Bij het CvTE zijn de commissies voor de nieuwe examensyllabus natuurkunde, scheikunde en biologie van start gegaan. Tussenversies hiervan worden in de komende maanden door CvTE aan docenten voorgelegd. Begin september is voor alle leergebieden voor onderbouw vo en basisonderwijs een set concept-kerndoelen opgeleverd. De NVON heeft ook bij de ontwikkeling en advisering voor het leergebied Mens en Natuur een belangrijke rol gespeeld.
In de tweede ontwikkelfase worden alle concepten beproefd in de onderwijspraktijk, met de vraag of scholen en leraren er mee kunnen werken. Zijn de doelen duidelijk, inspirerend en bruikbaar om lesmateriaal mee te ontwikkelen? Is er genoeg samenhang tussen de vakken en leergebieden? Krijgen leerlingen mee wat ze nodig hebben voor de maatschappij van de toekomst? Daar staat tegenover dat we als bèta’s ook duidelijk moeten maken dat iedere burger baat heeft bij kennis uit ons vakgebied. Dat geeft betekenisvol onderwijs. En juist dát kan bereikt worden als we bèta in basisschool en onderbouw versterken. Het vraagt om specifieke kennis en ervaring, die niet elke leerkracht in het basisonderwijs heeft. Er zijn vakleerkrachten voor muziek en bewegingsonderwijs, waarom zou dat voor bètavakken niet kunnen? Dan valt te denken aan specialisatie en scholing van leerkrachten uit po, of opleiden en bevoegd maken van bètadocenten uit het vo. Dat raakt aan samenwerken tussen scholen én aan onderwijsbevoegdheden, waar ik in een volgend nummer graag op terugkom.
Jan Jaap Wietsma
Voorzitter NVON
Reacties naar: j.j.wietsma@nvon.nl