Het voorwoord van voorzitter Jan Jaap Wietsma in NVOX 2 (2024)
Momenteel worden de eindtermen van veel vakken in het voortgezet onderwijs herzien. Ieder ontwikkelteam herziet (soms meerdere) vakken voor alle schoolsoorten, waardoor er samenhang kan ontstaan. De herziening wil ook overladenheid in het onderwijsprogramma aanpakken. Ontwikkelteams wordt gevraagd te schrappen in vakinhoud, dus. Tegelijk wordt er iets toegevoegd, namelijk extra aandacht voor basisvaardigheden (Nederlandse taal, wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid). Ieder vak krijgt een deel van de totale studielast toebedeeld (ontwerpruimte). Ook lijkt de onderwijstijd (die een leerling aan lessen besteedt) verminderd te worden. Voor de bètavakken is duidelijk geworden dat vooral natuurkunde en biologie studielast moeten inleveren.
Dat basisvaardigheden bij 15-jarige leerlingen teruglopen, is opnieuw gebleken in het PISA-onderzoek dat eind 2023 gepubliceerd werd. Het is niet verwonderlijk dat vakken die daar iets aan lijken te kunnen doen meer ruimte krijgen, dus extra Nederlands en wiskunde. Maar is dat wel de oplossing?
Waar het lijkt te gaan om basisvaardigheden, blijkt de oorzaak een gebrek aan begrip en kennis. Veel onderzoek toont aan dat het begrijpend, diep lezen verbetert wanneer de lezer basiskennis van het onderwerp aangereikt krijgt. Voor veel zaken in de maatschappij is kennis uit het bètadomein nodig. Voor het ontzenuwen van onzinnige beweringen op digitale platforms, om als burger met onderbouwde argumenten te komen in maatschappelijke discussies of om statistische onzin te doorzien. Burgerschap, digitale geletterdheid, taalvaardigheid en gecijferdheid hebben baat bij kennis als basis voor vaardigheden. Wat heb je aan een verhaal dat inhoudelijk niet klopt. Kennis, gekoppeld aan vaardigheden, helpt om dat te doorzien en nieuwe kennis te kunnen opzoeken. Let wel: met alleen kennis ben je er niet.
Ja, het is noodzakelijk leerlingen te laten trainen met basisvaardigheden. De oefenplek hiervoor is bij uitstek de plek waar met kennis gewerkt wordt, zoals bij bètavakken. Hoewel er studielast aan Nederlands en wiskunde wordt toegevoegd, is het zinvol om die tijd bij zaakvakken in te zetten en de basisvaardigheden in context en samenhang met kennis te oefenen. Dat is een keuze die scholen en leraren zelf mogen maken. Vaardigheden helpen vervolgens weer om kennis te verwoorden, te structureren en te verdiepen. Als leerlingen lezen, laten dat dan ook teksten zijn waar ze in hun vervolgopleiding mee te maken krijgen. Dus oefen met hen ook vakinhoudelijke teksten in het Engels. Is het tij te keren? Dit is een flinke uitdaging waarvoor we als bèta’s aan de bak moeten. Wat weten we er al van? Hoe geef je het werken aan basisvaardigheden vorm in je lessen?
Kunnen we goede argumenten op tafel leggen om de reductie van de studielast van bètavakken tegen te gaan? Kunnen we met andere zaakvakken overtuigend laten zien dat kennis en vaardigheden zich in samenhang ontwikkelen, en ook zo getraind kunnen worden? Hoe pakken we dat aan?
De NVON werkt mee aan bewustwording over het belang van basisvaardigheden bij leraren en scholen, in de context van de bètavakken. Er zijn binnen de vereniging meerdere mensen die hier in het verleden al aan gewerkt hebben en werken, maar het ontbreekt aan geschikte materialen om collega’s hiermee te helpen. Wie interesse in dit onderwerp heeft, roep ik op om zich te melden zodat we een werkgroep hiervoor kunnen inrichten. We moeten als bèta’s zorgen dat we een serieuze bijdrage aan het versterken van basisvaardigheden leveren. De andere kant is dat we strategieën uitwerken om beleidsmakers ervan te doordringen dat bètavakken stevig bijdragen aan de basisvaardigheden, waardoor reductie van lestijd tegengegaan wordt. We willen niet opnieuw tegenvallende PISA-scores. En bèta en techniek zijn en blijven keihard nodig in de wereld van nu. Ik zie uit naar jullie reacties.
Jan Jaap Wietsma
Voorzitter NVON
Reacties naar: j.j.wietsma@nvon.nl