Voorwoord: Meten van weten

Jan Jaap Wietsma

Het voorwoord van NVON-voorzitter Jan Jaap Wietsma: Meten van weten

Tijdens de jaarlijkse (deze keer online) conferentie van onze Britse zustervereniging ASE (Association for Science Education), begin januari, mocht ik deel uitmaken van een internationaal panel. Met collega’s van zusterverenigingen uit ons omringende landen spraken we over de gevolgen van de COVID-19-pandemie in het onderwijs. Velen noemden de problemen die ontstaan waren door het vervallen van allerhande kwalificatie-examens, die de toelating tot een vervolgstudie mogelijk maken (zoals GCSE, AS of A-level in het Verenigd Koninkrijk). Vervolgopleidingen moesten nu hun selectie baseren op de resultaten die op de scholen behaald waren. In Nederland zijn we gewend aan diploma’s, gebaseerd op een combinatie van schoolen centrale examens. Hoewel diplomeren zonder centraal examen een noodsprong is, heeft het ons ook niet zwaar in de problemen gebracht.

Veel leerlingen hadden graag examen gedaan, alleen al als bevestiging van hun kunnen. Een aantal zou in de normale situatie wellicht geen diploma behaald hebben. Vervolgopleidingen gaven geen bindende studieadviezen, waardoor niet duidelijk is of studenten op de juiste plek zitten. In de eerste maanden van dit jaar is opnieuw uitgebreid gediscussieerd over het al dan niet laten doorgaan van de centrale examens. Wellicht heeft u de online-enquête ingevuld die we in FvOv-verband hebben uitgezet.
Daarvan bleek dat het grootste deel van de respondenten het volledige centrale examen wil laten doorgaan. Het neemt niet weg dat de lange periode van online-lessen tot achterstanden heeft geleid. Van die term merkte iemand op dat ook dit een uiting is van de meet- en maakbare cultuur die we met ons onderwijs in stand houden. We zullen zien wat de komende examenperiode ons brengt. 

Bepalen wat leerlingen kennen en kunnen; en daar in de les op aansluiten, is dagelijks werk voor de leraar. Je wilt elke leerling graag bedienen op het goede niveau en aansluiten bij de voorkennis. Ervaren leraren hebben daarvoor hun voelsprieten ontwikkeld. Een goede vraag, vingers omhoog of een paar leerlingen de beurt geven om even te peilen wat ze weten. Diagnostisch, maar dan vooral om je les goed vorm te geven. Goede diagnostische vragen zijn lastig in elkaar te zetten. Ze moeten laten zien wat leerlingen (nog niet) weten, maar vooral waar leerlingen een onjuiste voorstelling van zaken hebben. En zulke vragen moeten binnen enkele minuten de benodigde informatie voor de leraar opleveren.

De kwaliteit van ons bètaonderwijs, en dus de resultaten van de leerlingen, worden mede bepaald door goede (toets)vragen en toetsvormen voor theorie en praktisch werk. We doen als NVON van alles om onze leden hierbij te helpen, zoals eindexamenvragen op de site, een digitale toetsvragen-verzameling voor biologie, bespreken van eindexamens, trainingen voor examencorrectie of het ontwerpen van schoolexamens. Dit cursusjaar is een team gestart met het ontwerpen van meerkeuzevragen natuurkunde. Het maken en uitwisselen van diagnostische vragen voegen we daar graag aan toe. Toch zijn deze activiteiten er niet voor alle vakken, en nogal versnipperd in de organisatie. Bundelen, versterken en uitwisselen is belangrijk om de schat aan ervaring die we binnen de NVON hebben op het gebied van toetsing ook samen te kunnen gebruiken. Daarom onderzoeken enkele leden en het bureau momenteel hoe we dat op een goede manier kunnen vormgeven.

Jan Jaap Wietsma
Voorzitter NVON
Reacties naar: j.j.wietsma@nvon.nl

3_NVOX21_TDS_NR-4.pdf
NVOX

NVOX 2021 • nummer 4 • bladzijde 3