Grote gewichten op grote balans Van 1975 tot 1986 werkte ik als docenten schei- en natuurkunde op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer in Amsterdam, toen een experimenterende middenschool. Ik ging daar met leerling aansprekend lesmateriaal van collega Rupert Genseberger in de heterogene onderbouw aan de slag. Bij het thema krachten kwamen ook magische krachten aan bod en van een stukje geschiedenis in de NaSk-les was Rupert zeker niet vies. Er werd een heksenwaag gebouwd en daarmee gewogen in de les. Maar eerst een boeiend verhaal en gesprek over een stukje geschiedenis.
De historische insteek
In de 16e eeuw had naast geloof bijgeloof mensen in hun greep. Zoals onder andere het bestaan van heksen, tovenaars, spoken en geesten. Met hun magische krachten zouden zij bijvoorbeeld ziekten kunnen veroorzaken, mensen in een dier kunnen laten veranderen, oogsten kunnen laten mislukken. Angst voor het onbekende speelde daarbij een grote rol. Heksen konden toveren en dat werd door de kerk als een daad door de duivel gezien. En als er veel mensen aan een pandemie stierven, er een oogst mislukte of overstroming plaatsvond, werd dat beschouwd als een straf van god en werd een zondebok gezocht, bijvoorbeeld de heks in het dorp. Dat waren vrouwen die op bezemstelen rondvlogen.
Heksenproeven
Als je kon vliegen, moest je niet al te zwaar zijn. Om te bewijzen dat iemand een heks was, werd onder meer de weegproef gebruikt. De heksenwaag van Oudewater werd in de 16e eeuw beroemd in heel Europa.
Daarnaast was er de waterproef waarbij de verdachte met handen en voeten aan elkaar gebonden in het water werd gegooid. Als ze bleef drijven was ze te licht en dus een heks. Wanneer ze zonk was ze onschuldig maar vaak al verdronken. Bij de vuurproef moest de verdachte met blote voeten over hete kooltjes lopen. Als ze geen brandblaren kreeg, werd ze schuldig verklaard, een heks kan zich namelijk beschermen tegen het vuur.
Publiekelijk gewogen en …
In Museum de Heksenwaag in Oudewater staat zo’n heksenwaag, een gewone marktwaag voor het wegen van allerlei landbouwproducten. Op die waag werd de verdachte publiekelijk op het marktplein gewogen. Ze kreeg een certificaat als ze zoveel woog als haar omvang deed vermoeden. Daarin stond dat ze geen heks was. Als de verdachte te licht werd gevonden, was ze een heks en werd ze vaak op de brandstapel verbrand. Waagmeesters werden dikwijls voor een paar gouden dukaten omgekocht en stelden dan de waag zo af dat de vrouw te licht bleek. Er waren altijd mensen die er belang bij hadden dat iemand tot heks werd gebombardeerd.
Maar in Oudewater niet
In 1545 had Karel V in het dorpje Polsbroek zo'n valse beschuldiging meegemaakt. Hij zag dat de vrouw niet zo licht kon zijn en liet haar nogmaals wegen in Oudewater, waar bleek dat zij geen heks was. De waag van Oudewater kreeg toen van hem een ‘Certificaet van Weginge’ dat aangaf dat hij eerlijk woog. Voorbeelden van deze certificaten zijn bewaard in het archief van Oudewater.
Elders in Europa van hekserij beschuldigde mensen reisden naar Oudewater om eerlijk te worden gewogen. Opgelucht keerden zij naar huis het ‘Certificaet van Weginge’.